j) Functie G10 „SWING SETTING"
Opdat het niet tot een te vaak in-/uitschakelen van de aangeslo-
ten verbruiker komt, kan in de functie G10 de zogenaamde hyste-
rese worden ingesteld.
Daarbij wordt de verbruiker pas ingeschakeld, wanneer een be-
paalde afwijking tot de richttemperatuur wordt over-, resp. onder-
schreden (afhankelijk van de bedrijfsmodus H1 („HEAT OR COOL",
verwarmen of koelen).
• Verwarmingsmlodus („HEAT")
Voorbeeld:
Hysterese = 0,5 °C, geprogrammeerde temperatuur = +20,0 °C
Verbruiker wordt ingeschakeld bij <= +19,5 °C
Verbruiker wordt uitgeschakeld bij >= +20,5 °C
• Koelmodus („COOL")
Voorbeeld:
Hysterese = 0,5 °C, geprogrammeerde temperatuur = +20,0 °C
Verbruiker wordt ingeschakeld bij <= +20,5 °C
Verbruiker wordt uitgeschakeld bij >= +19,5 °C
Ga als volgt te werk:
1.
Na de selectie van functie G10 „SWING SETTING" en bevesti-
ging met de toets „OK" (2) knippert de temperatuurwaarde
voor de instelling van de hysterese.
2. Stel met de toetsen „–" (5) en „+" (6) de gewenste waarde
voor de hysterese in (bereik 0,2....2,0 °C).
3. Bevestig de instelling met de toets „OK" (2).
De kamerthermostaat bevindt zich daarop opnieuw in het
vorige menu ter selectie van de functies.
Om het menu te verlaten en naar de normale weergave terug
te keren, drukt u evt. meermaals op de toets „MENU" (3).
Let op dat het bij te lagen waarden voor de hysterse
tot een zeer frequent in-/uitschakelen van de verbruiker
komt!
159