Afb. 6
Manier van aanpak
Voer de montage van de afzonderlijke onderdelen in de aangegeven volgorde uit. Let op de juiste volgorde
van montage van de onderdelen volgens de afbeeldingen.
Bediening
Afb. 7
Afb. 8
Met het apparaat kan vanaf een binnentemperatuur van 20 ˚C gewerkt worden, zonder dat de
-
oververhittingbeveiliging zich inschakelt, voor een n
een n
aantal van vergelijkingelektroden, vanuit warme toestand, zonder dat de
h
oververhittingbeveiliging zich inschakelt.
-
De aardtang moet met het te lassen stuk zodanig verbonden zijn dat een goed contact ontstaat. De
aanraakvlakken moeten goed gereinigd zijn, zodanig dat geen smeervet, roest of andere vervuilingen
aanwezig zijn die het lasvermogen kunnen verminderen.
Het apparaat is met een hoofdschakelaar, een geel signaallampje, een oververhittingbeveiliging en met
-
een driehoekig handwiel dat de lasstroom reguleert, uitgerust. De regulering moet, rekening houdend
met de waarden van de lasstroom in verhouding tot de elektrodediameter, uitgevoerd worden.
1. Lashelm
2. Lasschort
3. Lashandschoenen
1.
Controlelampje „thermobeveiliging"
2.
Controlelampje „Stand by"
3.
Instelwiel voor lastrappen
4.
Aardaansluiting
5.
Aansluiting voor de elektrodehouder
6.
Spanningskeuzeschakelaar
Voor de omschakeling van 230 V op 400 V de volgende
stappen uitvoeren:
1.
Het apparaat van het net afkoppelen door het uitnemen van de
stekker uit het stopcontact.
2.
De schakelaar op „0" zetten.
3.
De positioneerschroef uitdraaien en op de 400 V kant monteren.
4.
Controleer, voordat het apparaat weer in bedrijf wordt gesteld, of
de draaiknop in de 400 V positie gedraaid kan worden en of de
omschakeling op 230 V is verhinderd.
aantal van vergelijkingselektroden; en verder voor
0
71
NL