Temperatuuren
De temperatuur wordt traploos van 1 t/m 5 ingesteld.
Trap 1: ca. 150°C; Trap 2: ca. 170°C
Trap 3: ca. 190°C; Trap 4: ca. 210°C
Trap 5: ca. 230°C
Tips voor de praktijk:
Kontaktgrilleren
Daarvoor zijn het best vleesstukken geschikt die U ook voor het snelbraden in de
pan zou gebruiken. Vlees moet voor het grilleren geheel ontdooid en goed droog
zijn.
Zout wordt na het grilleren toegevoegd. Indien aluminiumfolie wordt gebruikt dient
deze van binnen lichtjes te worden ingevet. Gepaneerd gaargoed beter op een
lagere trap en dus iets langer garen.
Overbakken
Bijvoorbeeld belegde sneedjes toast. Het toast brood moet van tevoren niet geroos-
terd worden.
Partygrilleren
Voor een ,,gezellige braderij" aan tafel wordt het apparaat net zoals een grote
braadpan voor het grilleren van steaks en dergelijke gebruikt. Het vlees moet wor-
den omgedraaid.
Het opbergen
Het apparaat kan rechtstaand op zijn achterkant ruimtebesparend worden opge-
borgen. Hiervoor apparaat sluiten, sluitschuif in het voetstuk drukken en kabel op-
rollen (afb. 10).
40