NEDERLANDS
DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL CONTROLEREN EN AFSTELLEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze
procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
1.
Controleer of de hoofdborstel de juiste hoogte van de vloer
heeft. Ga hierbij als volgt te werk:
•
Zet de machine op een vlakke ondergrond.
•
Schakel de parkeerrem in.
•
Zet de hoofdborstel omlaag met de knop One-Touch
(52).
•
Laat de borstel draaien door nog een keer op de knop
te drukken en de knop One-Touch (52) 3 seconden
ingedrukt te houden.
•
Als de borstel 30 seconden is ingeschakeld
(aangegeven op het display zoals in Afb. 7), zet u de
borstel omhoog met de knop One-Touch (52).
•
Controleer of de indruk (A, Afb. 8) van de hoofdborstel
over de hele lengte 2 - 4 cm breed is.
Alleen wanneer de indruk (A) afwijkt, moet u de hoogte
van de hoofdborstel afstellen, zoals hieronder wordt
beschreven.
2.
Draai de knop (B, Afb. 9), maar houd hierbij rekening met
het volgende:
•
Als u de breedte van de indruk wilt vergroten, draai de
knop tegen de klok in.
•
Als u de hoofdborstel met de knop One-Touch (52)
omhoog hebt gezet, draait u de hendel met de klok
mee om de breedte van de indruk te verkleinen.
OPMERKING
Naast afstelling van de indruk op de grond kan de
borstel ook met de knop worden afgesteld op basis
van de slijtage van de haren.
3.
Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de
hoofdborstel nu de juiste hoogte van de grond heeft.
4.
Wanneer het pictogram (71-N) op het display wordt
weergegeven, vervang de borstel zoals aangegeven in de
volgende paragraaf.
OPMERKING
Als u de indruk (A, Afb. 8) niet juist kunt
afstellen, wanneer de indruk van de borstel aan
beide uiteinden verschillend is, vindt u in de
werkplaatshandleiding de juiste afstellingsprocedure.
24
GEBRUIKSAANWIJZING
SW5500, FLOORTEC R 985 - 1466465000
Afbeelding 7
2 - 4 cm
0,8 - 1,6 in
Afbeelding 8
B
Afbeelding 9
P100901
A
P100902
P100903
03/2016