Werk niet met het apparaat bij regen,
onweer en met name niet bij
blikseminslaggevaar.
Werk alleen bij daglicht of bij goede
kunstverlichting.
Bij een vochtige ondergrond is er meer
gevaar voor letsel, omdat de gebruiker
minder stabiel staat.
Om uitglijden te voorkomen moet er
bijzonder voorzichtig worden gewerkt.
Indien mogelijk het apparaat niet op een
vochtige ondergrond gebruiken.
Laat het apparaat niet in de regen staan.
Uitlaatgassen:
Levensgevaar door vergiftiging!
Stop onmiddellijk met werken bij
misselijkheid, hoofdpijn,
zichtstoornissen (bijv.
blikvernauwing), slecht horen,
duizeligheid of een verminderd
concentratievermogen. Deze
symptomen kunnen onder andere
door een te hoge concentratie
uitlaatgassen worden veroorzaakt.
Het apparaat genereert giftige
uitlaatgassen zodra de
verbrandingsmotor is
ingeschakeld. Deze gassen
bevatten giftig koolmonoxide, een kleur-
en reukloos gas, en andere schadelijke
stoffen. De verbrandingsmotor mag nooit
in afgesloten of slecht geventileerde
ruimtes in werking worden gezet.
Starten:
Start het apparaat voorzichtig - volg de
aanwijzingen in het hoofdstuk "Apparaat in
gebruik nemen" (
10.1) op. Bij het
starten volgens deze instructies is er
minder kans op letsel.
70
Kans op letsel!
Wanneer de startkabel snel terugspringt,
worden hand en arm sneller naar de
verbrandingsmotor getrokken dan dat de
startkabel kan worden losgelaten. Deze
kickback kan botbreuken, kneuzingen en
verstuikingen veroorzaken.
Houd uw voeten bij het starten steeds op
voldoende afstand van de messen.
Bij het starten mag het apparaat niet
worden gekanteld.
Start de verbrandingsmotor niet wanneer
het uitwerpkanaal niet door de uitwerpklep
of de opvangbox (accessoire - niet
meegeleverd) is afgedekt.
Werken op hellingen:
hellingen altijd in de dwarsrichting, nooit in
de lengterichting bewerken.
Als de gebruiker bij het werken in
langsrichting de controle verliest over de
grasmaaier kan hij/zij worden overreden
door het verticuterende apparaat.
Wees bijzonder voorzichtig als u op een
helling van richting verandert.
Let steeds op een goede stand bij
hellingen en vermijd om met het apparaat
te werken op zeer sterke hellingen.
Om veiligheidsredenen mag het apparaat
niet op hellingen steiler dan 25° (46,6 %)
worden gebruikt. Kans op letsel!
Een stijging van de helling van 25°
betekent een verticale stijging van 46,6 cm
bij een horizontale lengte van 100 cm.
Voor gegarandeerd voldoende smering
van de verbrandingsmotor moeten bij het
gebruik van het apparaat op hellingen ook
de instructies in de meegeleverde
gebruiksaanwijzing verbrandingsmotor in
acht worden genomen.
Werken:
Opgelet – kans op letsel!
Houd handen of voeten nooit
tegen of onder draaiende
onderdelen. Raak nooit
roterende messen aan. Blijf altijd uit de
buurt van de uitwerpopening. Neem
steeds de door de duwstang bepaalde
veiligheidsafstand in acht.
Probeer niet om de verticuteereenheid te
inspecteren zolang het apparaat werkt.
Open nooit de uitwerpklep en/of neem
nooit de opvangbox (accessoire - niet
meegeleverd) weg zolang de messen
roteren. Roterende messen kunnen letsel
veroorzaken.
Leun niet over het apparaat en zorg altijd
voor een goed evenwicht en een stabiele
houding.
Werk altijd stapvoets en ga bij het werken
met het apparaat vooral niet rennen. Door
snel te lopen met het apparaat is er meer
kans op letsel door struikelen, uitglijden
enz.
0478 670 9907 A - NL