DE GELUIDSGEVOELIGHEID (VOX) AANPASSEN
De gevoeligheid van de microfoon kan worden aangepast. Dat wil zeggen dat geluid alleen wordt doorgegeven op basis van
het ingestelde niveau.
4.4 - TEMPERATUUR
TEMPERATUUR IN FAHRENHEIT OF CELSIUS SELECTEREN
2
TEMPERATUURALARM ACTIVEREN OF DEACTIVEREN
2
TO
2
1)
Houd, wanneer Geluidsoverdracht AAN staat (VOX
AAN), de MENUknop ingedrukt en druk vervolgens
op de OK-knop totdat het pictogram VOX AAN
knippert.
2)
Gebruik de pijlen OMHOOG en OMLAAG om het
gewenste gevoeligheidsniveau voor de microfoon
te selecteren.
3)
Druk op de OK-knop om naar de volgende instelling
te gaan of druk op de knop voor AFSLUITEN om uw
keuze te bevestigen.
1)
Houd de menuknop ingedrukt en druk vervolgens
op de OK-knop tot het pictogram ˚C / ˚F knippert.
2)
Gebruik de pijlen OMHOOG en OMLAAG om
temperatuur in Celsius of Fahrenheit te
selecteren.
3)
Druk op de OK-knop om naar de volgende
instelling te gaan of druk op de knop voor
AFSLUITEN om uw keuze te bevestigen.
1)
Houd de menuknop ingedrukt en druk
vervolgens op de OK-knop tot het pictogram van
de temperatuurindicator
2)
Gebruik de pijlen OMHOOG en OMLAAG om het
temperatuuralarm te activeren of deactiveren.
3)
Druk op de OK-knop om uw keuze te bevestigen
en het temperatuurbereik in te stellen.
N
L
knippert.
25