B-ALU Inline 3 Mode D'installation Et D'emploi page 39

1 – 2 MOT Raccordement moteur (effectué en usine)
3 – 6 ENC Raccordement de L'encodeur (3 – bleu / 4 – vert /
5 – gris / 6 – jaune) (effectué en usine)
7 LCK Déverrouillage de secours (affichage sur l'écran
« moteur libre »)
8 CMN Raccordement commun
9 – LC/CH2 Raccordement d'une lumière ambiante alimentée
10 par une source externe (max. 30 V ac/dc, 1A)
ou prise de tension 2. Canal radio (contact de
commutation sans potentiel)
11 CMN terminaison commune
12 LP Feux clignotants (24 V dc/max. 25 W clignotants
ou 12,5 W permanents)
13 LS Témoin lumineux « portail ouvert » (24 V dc/max.
3 W)
clignote lentement pendant l'ouverture, clignote
rapide pendant la fermeture
éclaire en permanence si la fermeture du portail
est bloquée
s'éteint lorsque le portail est fermé
14 CMN Raccordement commun
15 CTRL24Vdc 24 V dc pour l'alimentation de l'émetteur du
barrage photoélectrique surveillé
16 CMN Raccordement commun
17 OUT24Vdc 24 V dc pour l'alimentation du récepteur du
barrage photoélectrique
ATTENTION ! Les bornes 15 + 17 doivent être
chargées avec max. 10 W !
18 TA commande d'ouverture définie
19 TC commande de fermeture définie
20 TAL Ouverture partielle (1-9 m programmables)
21 TD impulsion de démarrage dynamique
Ouverture avec blocage de l'impulsion jusqu'au
portail ouvert, ouvre impulsion à la fermeture
Ouverture - arrêter - fermeture - arrêter
22 CMN Raccordement commun
23 TB Arrêt d'urgence/raccordement profil de contact
de sécurité
24 CP Inversion du dispositif de sécurité/raccordement
profil de contact de sécurité
25 FS Arrêt du raccordement de la barrière lumineuse
en mode fermeture. Après déblocage, le
mouvement de fermeture est pour-
suivi/raccordement profil de contact de sécurité
26 FI Inversion du dispositif de sécurité en mode fer-
meture/raccordement profil de contact de sécu-
rité
27 ANT Raccordement d'antenne (signal) (RG 58/50 Ω)
28 ANT Raccordement d'antenne (gaine)
29 CMN Raccordement commun pour la commande de
secours
30 EMRG1 commande le portail dans laquelle la commande
est maniée
si l'entraînement se tient à gauche, le portail est
fermé, ouvert si l'entraînement est à droite
31 EMRG2 commande le portail dans laquelle la commande
est maniée
si l'entraînement se tient à droite, le portail est
ouvert, fermé si l'entraînement est à droite
1 – 2 MOT Motoraansluiting (van fabriekswege uitgevoerd)
3 – 6 ENC Encoderaansluiting (3 – blauw / 4 – groen / 5 – grijs
/ 6 – geel) (van fabriekswege uitgevoerd)
7 LCK Noodontgrendeling (indicatie op de display: "Motor
vrij")
8 CMN gezamenlijke aansluiting
9 – 10 LC/CH2 Aansluiting van een extern gevoed omgevingslicht
(max. 30 V ac/dc, 1A) of opnemer 2
draadlooskanaal (potentiaalvrij schakelcontact)
11 CMN gezamenlijke aansluiting
12 LP Knipperlichten (24 V dc / max. 25 W knipperend of
12,5 W permanent)
13 LS Controlelamp "Poort open" (24 V dc / max. 3 W)
knippert langzaam tijdens het openen, knippert
snel tijdens het sluiten
brandt permanent, wanneer de sluitende poort
geblokkeerd wordt
gaat uit bij gesloten poort
14 CMN gezamenlijke aansluiting
15 CTRL24Vdc 24 V dc voor de voeding van de bewaakte zender
van de fotocelbarrière
16 CMN gezamenlijke aansluiting
17 OUT24Vdc 24 V dc voor de voeding van de ontvanger van de
fotocelbarrière
OPGEPAST! De aansluitingen 15 + 17 mogen met
max. 10 W belast worden!
18 TA gedefinieerd openingsbevel
19 TC gedefinieerd sluitingsbevel
20 TAL Gedeeltelijke opening (1-9 m programmeerbaar)
21 TD dynamische startimpuls
Opening met impulsblokkering totdat de poort
open is, impuls bij sluiting opent:
Opening – stoppen – sluiting - stoppen
22 CMN gezamenlijke aansluiting
23 TB Noodstop / aansluiting beveiligingslijst
24 CP omkeerbeveiliging / aansluiting beveiligingslijst
25 FS stoppende fotocelbarrière-aansluiting tijdens het
sluiten. Na het vrijgeven wordt de
sluitbeweging voortgezet / aansluiting
beveiligingslijst
26 FI omkeerbeveiliging tijdens het sluiten / aansluiting
beveiligingslijst
27 ANT Antenneaansluiting (signaal) (RG 58 / 50 Ω)
28 ANT Antenneaansluiting (ommanteling)
29 CMN gezamenlijke aansluiting voor de noodbediening
30 EMRG1 bedient de poort door de besturing te overbruggen
zit de aandrijving links, wordt de poort gesloten, zit
ze rechts, geopend.
31 EMRG2 bedient de poort door de besturing te overbruggen
zit de aandrijving links, wordt de poort geopend, zit
ze rechts, gesloten
e
39