9. Aanduiding van de belichtingscontrole
De aanduiding van de belichtingscontrole "o.k." wordt gedurende ong. 3 s.
in het display aangegeven als de opname in de TTL-flitsfunctie of in de auto-
matisch-flitsenfunctie A correct belicht wordt / werd. Daarbij wordt tegelij-
kertijd automatisch de verlichting van het LC-display geactiveerd.
Op die manier heeft u bij de automatisch-flitsenfunctie de mogelijkheid om
bij indirect flitsen met de moeilijk vooruit in te schatten reflectiegraad door
een met de hand uit te voeten proefflits te bepalen of u de geschikte diafrag-
mawaarde hebt ingesteld.
De proefflits kan met de handontspanknop
aanduiding voor de belichting "o.k." uit, dan moet u het eerstvolgend lagere
diafragmagetal instellen of de afstand tot het reflecterend vlak, c.q. tot het
onderwerp verkleinen en de proefflits herhalen.
Houd bij de proefflits de mecablitz met de ingebouwde fotosensor
precies zo als u hem straks voor de opname gaat houden.
Deze mogelijkheid kan ook bij de TTL-flitsregeling worden gebruikt, zonder
dat u een proefopname hoeft te maken. U stelt dan op de mecablitz de auto-
matisch-flitsenfunctie A in en bepaalt als hierboven beschreven de te gebrui-
ken diafragmawaarde. De op deze wijze bepaalde waarde stelt u dan in op
de camera en zet daarna de mecablitz weer terug in de TTL-flitsfunctie.
Deze methode werkt bij de gemiddelde brandpuntsafstanden van ong.
28 mm tot 85 mm relatief exact. In grensgevallen kan echter toch bij de
aansluitende TTL-flitsbelichting een te krappe belichting plaatsvinden. De
aanduiding voor de belichtingscontrole "o.k." blijft in die gevallen na de
opname uit. Herhaal dan de opname met het eerstvolgende lagere diafrag-
magetal (kies bijv. in plaats van diafragma 11 diafragma 8).
Als de mecablitz met een daarvoor geschikte SCA-adapter is uitge-
rust, wordt, afhankelijk van het type camera, automatisch een signaal
voor de belichtingscontrole naar de camera overgebracht en zorgt
daar bijv. voor een overeenkomstige aanduiding in de zoeker van de
camera (zier hiervoor de gebruiksaanwijzing van SCA-adapter en
camera).
worden ontstoken. Blijft de
10. LC-display van de mecablitz
In het LC-display van de mecablitz kunnen de gekozen flitsfunctie, de flitspa-
rameters (zoomstand, diafragma, filmgevoeligheid ISO), flitsreikwijdte, met
de hand in te stellen deelvermogens en gekozen bijzondere functies worden
getoond.
De telkens geldende aanduiding in de vorm van het symbool geeft bijv. naast
de gekozen functie, afhankelijk van de SCA-adapter en het type camera,
ook de bedrijfsstatus aan. Zo zijn bijv. sommige aanduidingen alleen moge-
lijk terwijl u met de hand bepaalde instellingen uitvoert (bijv. ISO).
Afhankelijk van het type camera en SCA-adapter kunnen de aandui-
dingen in het LC–display van uw mecablitz iets afwijken van de in
deze gebruiksaanwijzing afgedrukte voorbeelden. Dit is geen fout
functioneren maar onvermijdelijk vanwege de aanpassingsmogelijk-
heid aan de talrijke camerasystemen (fabrikanten) en cameratypen!
10.1 Aanduiding van de flitsreikwijdte
10.1.1 Automatische aanpassing van de aanduiding van de flits-
reikwijdte
Voor het automatisch aanpassen van de aanduiding van de flitsreik-
wijdte moet de mecablitz uitgerust zijn met een SCA-adapter van het
systeem SCA 3002. Bovendien met de camera de vereiste (zie hieron-
der) flitsparameters aan de SCA-adapter, c.q. de mecablitz overbren-
gen (zie hiervoor de gebruiksaanwijzingen van SCA-adapter en ca-
mera)! Tussen camera en mecablitz moet een uitwisseling van de
gegevens hebben plaatsgevonden (bijv. door het aantippen van de
ontspanknop op de camera)!
Sommige camera's geven de flitsparameters voor filmgevoeligheid ISO,
brandpuntsafstand van het objectief (mm), diafragmawaarde en belichtings-
correctie door naar de mecablitz. De mecablitz past zijn vereiste instellingen
automatisch aan. Hij berekent uit de flitsparameters en zijn richtgetal de
maximale reikwijdte van het flitslicht. De reikwijdte wordt in het LC-display
van de mecablitz aangegeven.
61