Montage En Aansluiting Monocontrol Cs Gastank - Truma MonoControl CS Gastank Mode D'emploi

Montage en aansluiting MonoControl CS
gastank
De gasdrukregelinstallatie moet zo worden gemonteerd dat
het typeplaatje leesbaar en de groene resetknop (terugzetten
van het ontkoppelingselement van de crashsensor) herken-
baar en goed bereikbaar is.
Inbouwvoorbeeld
4
1 MonoControl CS gastank
2 Omschakelklep UV 10 (art.-nr. 25140-01)
3 Gasleidingen 30 mbar 10 mm, 50 mbar 8 mm
4 DuoControl CS
– Klep op de gasfles sluiten.
– Schroefdraadaansluiting (G.5) van de regelaaringang op de
klep op de gasfles schroeven.
– Na aandraaien van de wartelmoeren mag het drukregelap-
paraat niet meer worden verdraaid. Verdraaien kan weer tot
ondichte verbindingen resp. tot een scheve stand van het
ontkoppelingselement (A) leiden.
34
2
1
3
– Het ontkoppelingselement (A) moet altijd in loodrechte
stand staan.
– De gastoevoerbuis conform de geldige installatievoorschrif-
ten voor snijringschroefverbindingen (bijv. EN ISO 8434-1)
op de regelaaruitgang aansluiten. Bij het vastdraaien van de
schroefverbinding deze zorgvuldig tegenhouden met een
tweede sleutel op de daarvoor bestemde sleutelvlakken.
Om de vereiste gasdruk te garanderen bij de aansluiting
op 30 mbar installaties adviseren wij gasleidingen met
10 mm te gebruiken.
– Voor 30 mbar-installaties met 8 mm gasleidingen biedt
Truma een rechtheidsreducering Z 10 / RVS 8 als toebeho-
ren aan.
– Ingang van de gasdrukregelinstallatie op dichtheid controle-
ren (bijv. met een lekzoekspray volgens EN 14291).
– Als alles is ingebouwd, moet een vakman de totale gasin-
richting op correcte montage en dichtheid controleren. Een
aanwezige gastestverklaring moet overeenkomstig worden
aangevuld / gewijzigd.
Deze controle is geen vervanging voor de regelmatig
terugkerende gascontrole!
Aansluitend moeten conform de gebruiksaanwijzing alle func-
ties worden gecontroleerd. De gebruiksaanwijzing moet aan
de gebruiker overhandigd worden.