■
Zorg ervoor dat de kookpot niet te vol is en dat er steeds voldoende vloeistof in
aanwezig is.
■
Verbrandingsgevaar! Uit de kleppen komt hete stoom! Houd het gezicht en de han-
den steeds buiten het bereik van de uitlaatopeningen van de kleppen!
■
Onderbreek meteen de hittetoevoer wanneer er stoom uit het veiligheidsventiel
komt! Gebruik de kookpot pas nadat de storing is verholpen!
■
Verbrandingsgevaar! Wees voorzichtig als u het deksel opent, hete stoom ontsnapt
uit de binnenkant van de pot.
Veiligheidssystemen nakijken
1. Zorg ervoor dat zowel de dichtingsring in het kookdeksel alsook het kookdeksel zelf
volledig schoon zijn.
2. Zorg ervoor dat de dichtingsring correct in het kookdeksel werd geplaatst.
3. Zorg ervoor dat de kleppen in het kookdeksel schoon en niet geblokkeerd zijn.
Gaarproces
1. Vul de kookpot met uw levensmiddelen. Zorg ervoor dat er voldoende vloeistof of
olie of vet aanwezig is in de kookpot.
2. Plaats het deksel op de kookpot en sluit het. Zorg er steeds voor dat ze het deksel
met de beide dekselsluitingen fi xeert.
3. Zet de kookpot op een geschikte kookplaat.
4. Stel de kookplaat of het kookveld in op een hoge temperatuur zodat de kookpot
wordt opgewarmd.
Opmerking:
– Gebruikt u een elektrisch fornuis, dan mag de kookplaat niet groter zijn dan de
bodem van de pot.
– Gebruikt u een gasfornuis, dan mogen de vlammen niet boven de bodem van de
pot uitslaan!
5. Zodra de temperatuur binnenin de kookpot hoog genoeg is en de binnendruk een
beetje stijgt, komt er automatisch stoom vrij via de afblaasklep.
6. Minder de warmtetoevoer zodra er stoom komt uit de afblaasklep (vanaf dat moment
wordt de kooktijd berekend). Als er tijdens het gaarproces geen stoom meer komt uit
de afblaasklep, controleer dan of er nog genoeg vloeistof/olie/vet in de kookpot is en
verhoog eventueel de warmtetoevoer.
7. Schakel na afl oop van de gaartijd de kookplaat uit en neem de kookpot van het fornuis.
8. Open het deksel met de dekselsluitingen die u wegdraait van de rand van het deksel.
9. Neem het deksel van de kookpot. Wees voorzichtig, er ontsnapt hete stoom!
10. Verwijder de voedingsmiddelen.
11. Reinig de kookpot en het deksel na elk gebruik (zie hoofdstuk "Reiniging en bewa-
ring").
31
NL