Ovenfuncties
Ovenfunctie
Uitstand
Hetelucht
Boven- en onderwarm-
te
Onderwarmte
Grillen met hete lucht
Grill
Ontdooien
Gebruik van de accessoires
Waarschuwing! Zie de veiligheidshoofdstukken .
Het plaatsen van de bakplaten of -roosters
Plaats de bakplaten of -roosters tussen de geleidestan-
gen van één van de ovenniveaus.
Extra functies
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator
automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het
apparaat koel te houden. Als u het apparaat uit zet,
gaat de koelventilator uit.
Veiligheidsthermostaat
De veiligheidsthermostaat is een thermische uit-
schakeling in een actieve thermostaat.
Om schade door gevaarlijke oververhitting van de
oventhermostaat te verhinderen, beschikt de oven over
6
Om tegelijkertijd meerdere verschillende gerechten te bereiden. Voor het zelf
maken van vruchten op siroop en voor het drogen van champignons of fruit.
Verwarmt de oven met zowel het bovenste als het onderste verwarmingsele-
ment. Bakken en braden op één ovenniveau.
Verwarmt alleen vanaf de onderkant van de oven. Voor het bakken van taar-
ten met een knapperige bodem.
Het grillelement en de ventilator van de oven werken om en om samen zodat
de hetelucht rond de gerechten wordt gecirculeerd. Voor het bakken van grote
stukken vlees. Maximale temperatuur voor deze functie is 200 °C.
Voor het grillen van platte gerechten in kleine hoeveelheden in het midden
van het rooster. Voor het maken van toast.
Voor het ontdooien van bevroren voedsel. De temperatuurknop moet in de uit-
Toepassing
Het apparaat staat UIT.
stand staan.
een veiligheidsthermostaat die de stroomtoevoer af-
sluit. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven
automatisch weer ingeschakeld.
Waarschuwing! De veiligheidsthermostaat werkt
enkel indien de oventhermostaat niet correct
werkt. Als dit gebeurt, is de oventemperatuur zeer hoog
en kunnen alle gerechten verbranden. U moet
onmiddellijk contact nemen met de service-afdeling om
de oventhermostaat te vervangen.