INSTALLATIE
Montage
10.2.2 Montage van de kraan
Materiële schade
!
Bij het vastzetten van de aansluitingen dient u deze bij het
toestel tegen te houden met een sleutel SW 14.
Drukvaste aansluiting
f Monteer de meegeleverde aansluitslang 3/8 en het T-stuk
f
3/8.
f Monteer de kraan. Neem de instructies in de Bedienings- en
f
installatiehandleiding van de kraan in acht.
Drukloze aansluiting
f Monteer de kraan. Neem de instructies in de Bedienings- en
f
installatiehandleiding van de kraan in acht.
80
| DHM
10.3 Elektriciteit aansluiten
GEVAAR Elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin-
gen en installatie uit conform de voorschriften.
GEVAAR Elektrische schok
Zorg ervoor dat het toestel is aangesloten op de aard-
leiding.
Het toestel moet op alle polen met een afstand van mins-
tens 3 mm van de aansluiting van het net kunnen worden
losgekoppeld.
GEVAAR Elektrische schok
De toestellen zijn bij levering uitgerust met een elektri-
sche aansluitkabel (DHM 3 met stekker).
Een aansluiting op een vaste elektrische leiding is mo-
gelijk, als die minstens dezelfde diameter heeft als de
standaardaansluitkabel. De maximale kabeldoorsnede
bedraagt 3 x 6 mm².
Materiële schade
!
Zorg er bij aansluiting op een geaard stopcontact (bij
toepassing van een elektrische aansluitkabel met stekker)
voor dat het geaarde stopcontact na installatie van het
toestel vrij toegankelijk is.
www.stiebel-eltron.com