Nederlands
7.1
Installatie
Voorbereiding
Fundamentopstelling van pompen
74
VOORZICHTIG! Beschadiging van de pomp door oververhitting!
De pomp mag niet langer dan één minuut zonder doorstroming
draaien. Door de opgehoopte warmte ontstaat hitte, die de as,
waaier en mechanische afdichting kan beschadigen.
• Een minimale doorstroming van ca. 10 % van het maximale door-
stromingsvolume moet altijd zijn gegarandeerd.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel en materiële schade!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige hantering.
• Het pompaggregaat nooit op losse of niet dragende oppervlakken
zetten.
• Installatie pas uitvoeren, nadat alle las- en soldeerwerkzaamheden en
het evt. vereiste doorspoelen van het leidingsysteem zijn beëindigd.
Vuil kan de werking van de pomp beperken.
• De standaardpompen moeten beschermd tegen weerinvloeden en in
een vorst-/stofvrije, goed geventileerde en niet-explosieve omge-
ving geïnstalleerd worden.
• In de variant K1 resp. K4 is de pomp ook geschikt voor buitenopstel-
ling (zie ook hoofdstuk 5.1 "Type-aanduiding" op pagina 70).
• Om het indringen van vuil, vreemde voorwerpen e.d. te voorkomen,
zijn bij levering de doorstromingsopeningen aan zuig- en perszijde
aan de flenzen met een sticker afgeplakt. Deze moeten voor de
installatie worden verwijderd.
• De pomp op een goed toegankelijke plaats monteren, zodat deze op
een later tijdstip eenvoudig kan worden gecontroleerd, onderhouden
(bijv. mechanische afdichting) of vervangen.
Door de pomp op een elastisch gelagerd fundament op te stellen, kan
de contactgeluidsisolatie in het gebouw worden verbeterd. Om de
pomp bij stilstand of opslag te beschermen tegen beschadigingen ten
gevolge van trillingen die door andere aggregaten worden veroor-
zaakt (bijv. in een installatie met meerdere overbodige pompen),
moet elke pomp op een eigen fundament worden opgesteld. Als
pompen op een verdiepingsvloer worden geplaatst, is het aanbevolen
om ze op een elastisch gelagerd fundament te plaatsen. Er moet bij-
zondere zorg besteed worden bij pompen met veranderend toerental.
Indien nodig wordt het aanbevolen om het ontwerp en de vormgeving
- met inachtneming van alle bouwkundig en akoestisch relevante cri-
teria - door een gekwalificeerde vakman voor gebouwenakoestiek te
laten uitvoeren.
De elastische elementen moeten op basis van de laagste excitatiefre-
quentie worden geselecteerd. Dat is meestal het toerental. Bij een
veranderend toerental moet er van het laagste toerental worden uit-
gegaan. De laagste excitatiefrequentie moet minstens dubbel zo
groot zijn als de eigenfrequentie van de elastische lagering, zodat
tenminste een isolatiegraad van 60% wordt bereikt. Daarom moet de
stijfheid van de veren van de elastische elementen kleiner worden
naarmate het toerental daalt. In het algemeen kunnen bij een toeren-
-1
tal van 3000 min
en hoger platen van natuurkurk, bij een toerental
-1
tussen 1000 min
en 3000 min
bij een toerental van minder dan 1000 min
gebruikt. Bij de uitvoering van het fundament moet erop gelet worden
dat vuil, tegels of hulpconstructies geen geluidsbruggen vormen die
het isolerende effect neutraliseren of sterk verminderen. Voor de lei-
dingaansluitingen moet de invering van de elastische elementen
onder het gewicht van pomp en fundament in acht genomen worden.
De planner/montagefirma dient erop te letten dat de leidingaanslui-
tingen op de pomp zodanig uitgevoerd worden, dat er geen spanning
en invloeden door massa of trilling op het pomphuis bestaan. Het
gebruik compensatoren is hiervoor nuttig.
-1
elementen van rubber en metaal en
-1
schroefveren worden
WILO SE 11/2017