Driefasige 230V voeding van de TRIMIG 250-4S DV :
Waarschuwing : deze apparaten zijn in de fabriek driefasig 400V voorgemonteerd. Als uw voeding driefasig 230V is, moet u de aansluiting van de
plaat aan de binnenkant van het lasapparaat aanpassen. Deze manipulatie kan alleen door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden. Om deze
handeling correct uit te voeren, verwijzen we naar het schakelschema 230V dat u kunt vinden aan de binnenkant van het apparaat. De elektrische
voeding moet beveiligd worden door een 16A circuitonderbreker en een 30mA vermogensschakelaar.
OMSCHRIJVING VAN LASAPPARAAT (FIG-II / 45)
1- Aan - uit schakelaar
2- Voltage schakelaar
3- Bedieningspaneel om de lasinstellingen in te brengen (handmatig of
automatisch).
4 - Toorts verbinding overeenkomstig met de Europese norm.
5- Thermische beveiligingsindicator op het bedieningspaneel: geeft
thermische uitschakeling aan wanneer het apparaat intensief wordt
gebruikt (onderbreking van enkele minuten).
6- Toortshouder voorzijde
7- Voedingskabel
HALF-AUTOMATISCH LASSEN VAN STAAL/ RVS (MAG MODUS) (FIG-III)
De Trimig 200-4S is geschikt voor het lassen met stalen of RVS draad van 0,6/0,8 en 1. (FIG-III-A) Deze lasapparaten zijn standaard uitgerust voor Ø
1,0 mm stalen of RVS lasdraad (contact buis Ø 1,0, rollers Ø 0,8/1,0). Als u dunner lasdraad gebruikt, dan dient u de contact buis te vervangen. De
draadroller is omkeerbaar. Plaats de roller zo dat u de gewenste diameter kunt lezen. De Trimig 250-4S DV 230-400V is geschikt voor het lassen met
stalen of RVS draad van 0,8/1 en 1,2. Het apparaat is standaard uitgerust voor Ø 1,0 mm stalen draad (rollers Ø 0,8/1). De Trimig 300-4S is geschikt
voor het lassen met stalen of RVS draad van 0,8/1 en 1,2. Ze zijn standaard uitgerust voor Ø 1,0 stalen lasdraad (rollers Ø 1/1,2). Voor het lassen
van staal of RVS dient u een specifiek gas argon + CO2 (Ar + CO2) te gebruiken. De CO2 verhouding kan variëren, afhankelijk van gebruik. Om het
juiste gas te kiezen, kunt u advies vragen aan uw gasleverancier. De gasstroom voor staal is tussen 10 en 20 L/m afhankelijk van de werkomgeving
en ervaring van de lasser.
HALF-AUTOMATISCH ALUMINIUM LASSEN (FIG-III)
De Trimig 200-4S is geschikt voor het lassen met aluminium draad van 0,8 en 1 mm. (FIG-III-B) De Trimig 250 en 300 zijn geschikt voor het lassen
van aluminiumdraad van 1 mm en 1,2 mm. (figuur B)
(FIG-III-B) Voor het lassen van aluminium dient u een neutraal Argon puur (Ar) gas te gebruiken (figuur B). Voor de gas keuze, vraag advies aan de
gashandelaar. De gasstroom is tussen 15 en 25 L/m afhankelijk van werkomgeving en ervaring van de lasser. Hieronder worden de verschillen tussen
het gebruik van staal en aluminium vermeld :
• De druk van de aanvoerrollen op de draad : zet er minimale druk op zodat u de draad niet beschadigt.
• Capillaire buis: verwijder de capillaire buis voor het aansluiten van de aluminium toorts op een teflon mantel.
• Toorts: gebruik een speciale aluminium toorts. Deze toorts heeft een teflon mantel om wrijving te verminderen.
• Niet de mantel bij de aansluiting afknippen ! deze mantel wordt gebruikt om de draad vanaf de aanvoerrollen te geleiden. (FIG-III-B)
• Contact buis: gebruik een speciale aluminium contact buis, overeenkomstig met de diameter van de draad.
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN VAN STAAL MET EEN HOGE ELASTISCHE REKGRENS
De Trimig 200-4S is geschikt voor het hardsolderen van platen met een hoge treksterkte, met een cuprosilicium CuSi3 of CuAl8 of cuproaluminium
draad (Ø 0,8 mm en Ø 1 mm). De lasser dient een neutraal puur Argon gas (Ar) te gebruiken. Om het juiste gas te kiezen, kunt u advies vragen aan
uw gasleverancier. De gasstroom is tussen 15 en 25 L/m.
LASSEN MET « NO GAS » DRAAD
De Trimig 300-4S is geschikt voor het lassen van « No Gas » draad, op voorwaarde dat de polariteit omgekeerd is (FIG-VIII - aanhaalkoppel maximaal
5 Nm).
Lassen met gevuld draad en een standaard buis kan oververhitting en beschadiging van de toorts veroorzaken. Gebruik bij voorkeur een speciale «No
Gas» buis (art. code 041868), of verwijder de originele buis (FIG-VII).
MONTAGE PROCEDURE VAN DE DRAADSPOELEN EN TOORTSEN (FIG-IV / 46)
Open het klepje van het apparaat.
• Houd rekening met de aandrijf-pen (3) van de spoelhouder bij het plaatsen van de draadspoel. Voor het plaatsen van een Ø 200mm draadspoel
dient u eerst een adapter op de houder te installeren (art. code 042889).
• Stel de rem van de spoel (4) correct in, om te voorkomen dat tijdens de lasstop de draad in de war raakt. In het algemeen, niet te strak aandraaien!
Draai vervolgens de borgmoer (2) goed aan.
• De aanvoerrollen (8) hebben twee groeven (Ø 0,8/Ø 1 of Ø 1/ Ø 1,2). De indicatie die leesbaar is op de aanvoerrol geeft de dikte aan van de te
gebruiken draad. Voor een Ø1 mm draad, gebruik een Ø1 groef.
• Voor het eerste gebruik :
- Draai de bevestigingsschroef van de draadafvoer los (5)
- Plaats de rollen, draai hun schroef goed vast (9).
- Plaats vervolgens de draadafvoer (7) zo dicht mogelijk maar zonder contact bij de rol, draai daarna de schroeven vast.
• Om het wiel van de aandrukrollen (6) in te stellen: schroef maximaal los, druk op de toorts-trekker om de motor op te starten, draai de bevesti-
gingsschroef vast terwijl u de toorts-trekker ingedrukt blijft houden. Vouw de draad in het mondstuk. Plaats een vinger op de gevouwen draad zodat
die niet vooruit kan gaan. De instelling van de aandrukrollen is correct wanneer de rollen op de draad glijden zelfs als de draad aan het eind van de
toorts vast zit.
• Gebruikelijke instelling van aandrukrollen (6): voor staal instellen op 3-4 en voor aluminium op 2-3.
36
TRIMIG
8- Uitgang aardingsklem.
9 - Fles houder
(TRIMIG 200-4S=4m
10- Ketting om gasflessen mee vast te maken.
Let op: gasflessen correct bevestigen zie FIG-IV-1
11- Draadspoelhouder Ø 200/300 mm.
12- Ingang gas 1.
13 - Kabel-houder achter.
15- Ompolingskabel (300-4S)
/ TRIMIG 250-4S & 330-4S=10m
3
NL
).
3