van accessoires. Controleer regelmatig de stroomka-
bels en laat ze indien ze beschadigd zijn vervangen
door een erkend servicepunt. Controleer regelmatig
verlengsnoeren en vervang ze indien ze beschadigd
zijn. Houd handvatten droog, schoon en olie-en vetvrij.
• Ontkoppel gereedschap. Haal de stekker van ge-
reedschap uit het stopcontact wanneer het niet in ge-
bruik is, voor onderhoud en bij vervanging van onder-
delen zoals messen, schroeven en messen.
• Verwijder sleutels. Maak het een gewoonte om te con-
troleren of sleutels uit het apparaat verwijderd zijn
vooraleer het in te schakelen.
• Vermijd onbedoeld inschakelen. Zorg ervoor dat de
schakelaar in de 'af' positie staat vooraleer u de kabel
in het stopcontact plaatst.
• Gebruik verlengsnoeren voor buitenshuis. Wanneer u
het gereedschap buitenshuis gebruikt, zorg er dan voor
dat het verlengsnoer voor gebruik buitenshuis bestemd
is.
• Blijf alert. Kijk uit wat u doet, gebruik uw gezond ver-
stand en gebruik het gereedschap niet wanneer u moe
bent.
• Controleer beschadigde onderdelen. Vooraleer u het
gereedschap verder gebruikt, vergewis u ervan dat het
naar behoren werkt en dat het zijn functie kan uitvo-
eren. Controleer de uitlijning van bewegende onder-
delen, de binding van bewegende onderdelen, breuk
van onderdelen, montage en alle andere condities die
de werking ervan kunnen beïnvloeden. Een beveiliging
of een ander beschadigd onderdeel moet onmiddelli-
jk door een erkend servicecentrum vervangen worden,
tenzij dit anders wordt aangegeven in deze handlei-
ding. Gebruik het gereedschap niet indien de aan-en
afschakelaar niet werkt.
• Waarschuwing. Het gebruik van een onderdeel dat niet
in deze handleiding wordt aangeraden kan leiden tot
persoonlijk letsel.
• Laat uw gereedschap repareren door een gekwalificeerd
persoon. Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de ver-
eiste veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen enkel
uitgevoerd worden door een gekwalificeerd persoon met
originele onderdelen, aangezien dit anders kan resulte-
ren in een aanzienlijk gevaar voor de gebruiker.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor verstekzagen.
• Gebruik geen zaagbladen die beschadigd of misvormd
zijn.
• Gebruik de zaag niet zonder dat de beveiliging in po-
sitie is.
• Vervang de tafelonderdelen bij slijtage.
• Gebruik de zaag niet om andere materialen dan hout
of gelijkaardig te versnijden.
• Gebruik enkel zaagbladen die aanbevolen zijn door de
fabrikant volgens EN847-1.
• Sluit uw verstekzaag aan een stof-opvangend apparaat
bij het zagen.
• Kies zaagbladen volgens het materiaal dat u gaat ver-
snijden.
121