Ingebruikname
Inregeling van de gaspressostaat / luchtpressostaat
Controle van de functie
Controle van de functie
De vlamcontrole moet uit
veiligheidsoverwegingen aan een
controle worden onderworpen, zowel bij
de eerste ingebruikname alsook bij
revisies of na langdurige stilstand van
de installatie.
Opstarttest met gesloten gasventiel:
–
na het einde van de beveiligingstijd
moet de branderautomaat overgaan
in storingstoestand!
Normale start; wanneer de brander in
–
werking is, het gasventiel sluiten: na
het doven van de vlam moet de
branderautomaat overgaan in
storingstoestand!
42
Instelling van de gaspressostaat
· Om de uitschakeldruk in te stellen:
Het deksel van de gaspressostaat
verwijderen.
· De brander starten en de gasdruk
voor het blok door dichtdraaien van
de kogelkraan op de gewenste
uitschakelwaarde instellen.
· De instelschijf rechtsom draaien, tot
de gaspressostaat de brander
uitschakelt.
Instelling luchtpressostaat
· Breng de brander op kleine last.
· De instelschijf rechtsom draaien, tot de
luchtpressostaat de brander uitschakelt.
· De luchtpressostaat op 70% van de
uitschakelwaarde instellen.
Normale start; gedurende de
–
voorventilatie of de werking, het
contact van de luchtpressostaat
onderbreken:
De branderautomaat moet
onmiddellijk in storingstoestand
overgaan!
Voor de start de luchtpressostaat
–
overbruggen: De brander schakelt
ongeveer 2-3 seconden in. Dan volgt
storingstoestand. Na 10 seconden
deze korte storing door de automaat
zelf teruggesteld en er volgt een
nieuwe startpoging (de motor
schakelt 2-3 seconden in).
03/2005 - Art. Nr. 13 018 099A
Als het contact van de
luchtpressostaat nog altijd gesloten is
(bijvoorbeeld gelast), dan volgt een
echte uitschakeling in
storingstoestand. Als het contact van
de luchtpressostaat binnen deze 10
seconden open gaat (bijvoorbeeld
omdat de motor nog loopt), dan volgt
een normale werkingsstart.