4. Inbedrijfname
Bij de inbedrijfstelling moet de HYDAC
geluidsdemper worden ontlucht. Deze
ontluchting geschiedt automatisch door
drukloze circulatie voorafgaand aan het
eigenlijke bedrijf van het apparaat.
Gebrekkige ontluchting kan
dieseleffecten tot gevolg hebben.
Explosiegevaar!
LET OP
Voor de inbedrijfname van de
HYDAC geluidsdemper moeten
de schroefverbindingen (2) en (3)
worden gecontroleerd op het vereiste
aandraaimoment (180 - 240 Nm) en
eventueel worden aangedraaid.
Voor afbeelding bij de tekst, zie uitklappagina.
4.1 Gasvulling
HYDAC geluidsdempers werken zonder
gasvulling. De dempingsfunctie is gebaseerd
op het reflectiebeginsel dat optreedt bij
veranderingen in de doorsnede van pijpleidingen.
Afhankelijk van het volumedebiet moet
rekening worden gehouden met enig
drukverlies. Gegevens hierover worden op
aanvraag beschikbaar gesteld.
Nadere technische details kunnen worden
ontnomen aan het volgende prospectusdeel:
„Hydrodempers"
nr. 3.701
4.2 Hydraulische vloeistoffen
NL
HYDAC geluidsdempers mogen uitsluitend
worden gebruikt met niet-corrosieve en
ongevaarlijke vloeistoffen van vloeistofgroep
2 volgens de Europese richtlijn inzake
drukapparatuur (PED).
Normaal gesproken is voor gebruik met
vloeistoffen van klasse 1 volgens de Europese
richtlijn inzake drukapparatuur (PED) een
vergunning vereist.
4.3 Toegestane bedrijfstemperaturen
De toegestane bedrijfstemperaturen zijn
afhankelijk van de gebruikte HYDAC
geluidsdemper en de aangebouwde
aansluitonderdelen (2) en (3) en staan
aangeduid op de romp (1).
42
4.4 Toegestane bedrijfsoverdruk
De maximaal toegestane bedrijfsdruk
hangt af van de romp (1) van de gebruikte
geluidsdemper en de aangebouwde
aansluitonderdelen (2) en (3) en staat
aangegeven op de romp.
4.5 Inbouwpositie
HYDAC geluidsdempers worden bij voorkeur
verticaal ingebouwd. Bij sommige modellen
wordt de inbouwrichting aangeduid met een pijl
op de romp (1).
In dit geval moet de HYDAC geluidsdemper
zodanig worden ingebouwd dat de
stroomrichting overeenkomt met de richting
van de pijl; deze behoeft niet noodzakelijk
horizontaal te zijn.
4.6 Bevestiging
De bevestiging van de HYDAC geluidsdemper
moet zo worden gekozen, dat deze bestand is
tegen de bij het bedrijf optredende trillingen of
een eventuele breuk in de aansluitleidingen.
– Aangezien HYDAC geluidsdempers
worden gebruikt voor pulsatiedemping aan
de uitgang van verdringerpompen, moet
voldoende aandacht worden geschonken
aan de verbinding tussen pomp en
pijpleiding.
Gebruik van geschikte hogedrukslangen
wordt aanbevolen.
– De HYDAC geluidsdemper mag niet worden
gebruikt als dragend element voor het
opnemen van bijkomende lasten.
– HYDAC biedt bevestigingselementen aan
voor een veilige bevestiging, zelfs onder
extreme omstandigheden.
– Ter verbetering van de geluidsdemping van
de gehele installatie moeten de aangesloten
machines en apparaten worden voorzien
van verdere trillingsdempende maatregelen.
Gebruik van rubberen trillingsdempers en
elastische koppelingen wordt aanbevolen.