Functie
n.
OFF
OFF
ON
OFF
3
MODUS
INGANG
4
JOLLY
OFF
ON
ON
ON
OFF
VOORKNIPPERI
5
NG
OFF
HERSLUITTIM
6
ER
OFF
7
UITGANG US1
OFF
8
ONTGRENDELSTOOT
OFF
9
VERTRAGING
OFF
10
SLUITSTOOT
OFF
11
1 - 2 MOTORI
OFF
HERSLUITING
12
FOTO
Off - On
Modus
J1 = KLOK
J2 = FT3
J1 = FCA M1
J2 = FCC M1
J1 = FCA M1
J2 = FCA M2
J1 = FCA M1
J2 = FCC M1
PA = FCA M2
PC = FCC M2
UITGESCHAKELD
ON
INGESCHAKELD
UITGESCHAKELD
ON
INGESCHAKELD
Contact voor
signalering
status
Hulpsysteem
ON
2 (OC2)
UITGESCHAKELD
ON
INGESCHAKELD
UITGESCHAKELD
ON
INGESCHAKELD
UITGESCHAKELD
ON
INGESCHAKELD
1 MOTORE
2 MOTORI
ON
UITGESCHAKELD
ON
INGESCHAKELD
J1=KLOK ingang; zorgt ervoor dat de poort sluit als het contact
geopend wordt en dat de poort opent als het contact gesloten wordt.
J2=ingang voor de derde fotocel (FT3); schakelt alleen in tijdens het
openen en zorgt ervoor dat de poort sluit. Gebruik N.C. contacten
Stop alleen van de motor M1 door middel van elektrische
eindschakelaars.
Gebruik N.C. contacten
Stop van de motoren tijdens OPENEN door middel van elektrische
eindschakelaars.
Gebruik N.C. contacten
Bij installaties waar 4 eindschakelaars worden gemonteerd.
Sluit de eindschakelaars van motor M1 op de ingangen FCC en FCA aan.
Sluit de eindschakelaars van motor M2 op de ingangen J1 en J2 aan.
Gebruik N.C. contacten
Het zwaailicht wordt gelijktijdig met de motor van stroom voorzien.
Het zwaailicht wordt 5 seconden vóór elke beweging van stroom
voorzien.
Na een volledige opening hersluit de besturingskast alleen met een
handmatige besturing.
Na een volledige opening hersluit de besturingskast alleen met een
handmatige besturing.
Dit contact geeft een indicatie over de toestand van de poort.
Het relais wordt geactiveerd aan het begin van de openingsbeweging
en wordt pas na voltooiing van de sluitbeweging gedeactiveerd.
Uitgang tweede radiokanaal. Indien deze functie niet wordt gebruikt,
bestuurt het tweede radiokanaal de voetgangersopening.
Functie uitgesloten.
De ontgrendelstoot dient om het elektrische slot te ontgrendelen.
De vleugel met M1 voert een korte impuls tijdens het sluiten uit voordat
hij begint te openen.
De vertraging op het laatste gedeelte van de beweging vindt niet plaats
Als de vertraging ingeschakeld is dan halveert de motor bij het naderen
van het einde van de beweging zijn snelheid.
De sluitstoot wordt niet uitgevoerd.
De besturing eindigt de sluitbeweging met een korte impuls op volle
kracht op de motor M1.
Alleen de uitgang van de motor M1 wordt geactiveerd.
De voetgangersbediening opent en sluit de poortvleugel met de motor
M1 gedeeltelijk.gedeeltelijk.
De uitgangen van beide motoren (M1 en M2) worden geactiveerd. De
voetgangersbediening opent en sluit de poortvleugel met de motor M1
volledig.
Functie uitgesloten.
De activering van de fotocel reduceert de pauzetijd, wat de waarde
hiervan ook was, tot 2 seconden.
Beschrijving
I NL
70