de deur kan van
binnenuit altijd
worden geopend
de buitenste
deurkruk
aankoppelen
Vrijgave via een
elektrische
deuropener
sluiting door een
slag van de sleutel
NL
170
Paniekfunctie C – bediening
Deur openen - in vluchtrichting (van binnen)
1. Bedien de paniekstang of de deurkruk.
Het slot wordt ontgrendeld en de deur kan van binnenuit worden geopend.
De buitenste deurkruk blijft afgekoppeld en kan van buitenaf met een sleutel
worden geopend.
Deur openen - tegen de vluchtrichting in (van buitenaf)
Een vergrendelde deur laat zich van buitenaf zonder sleutel niet openen, omdat
de deurkruk ontkoppeld is. Om de deur te openen moet de externe deurkruk
aangekoppeld worden en het slot ontgrendeld worden.
1. Draai de sleutel tot aan de aanslag in de richting van de hengselzijde.
2. Bedien de deurkruk.
Het slot werd ontgrendeld en de externe deurkruk werd aangekoppeld. De
deur kan geopend en gepasseerd worden, zolang de sleutel niet wordt
teruggedraaid.
Deur ontgrendelen en via elektrische deuropener vrijgeven.
Een vergrendelde deur laat zich ontgrendelen zonder de externe deurkruk aan te
koppelen. Zo is de deur van buitenaf pas begaanbaar, wanneer een in de sluitplaat
gemonteerde elektrische deuropener ("Deuropener", pagina 175) bediend
wordt.
1. Draai de sleutel een keer (360°) in de richting van de hengselzijde, maar niet
tot aan de aanslag.
Het slot werd ontgrendeld, maar de externe deurkruk blijft ontkoppeld. De
deur kan van buitenaf niet geopend en gepasseerd worden.
De deur kan via een elektrische deuropener voor één passage vrijgegeven
worden, bijvoorbeeld nadat iemand aangebeld heeft.
Deur vergrendelen
1. Sluit de deur.
2. Vergrendel het slot van binnen of buiten door een volledige draaiing van de
sleutel (sluiting door de sleutel één keer rond te draaien).
Het slot werd vergrendeld en de externe deurkruk is ontkoppeld. De deur kan
vervolgens alleen met een sleutel van buitenaf worden geopend.
Functies en bediening