Als u de ontspanknop tot het eerste drukpunt indrukt, zal de
helderheid van het LCD-scherm wel met de betreffende
belichtingsregeling overeenstemmen. Hierdoor is een inschatting
van het effect van de betreffende belichtingsregeling op de
afbeelding vóór de opname mogelijk.
De tweede variant
Continuous
handmatige belichtingsregeling. In dit geval wordt het effect dat uw
sluitertijd- en diafragmainstellingen hebben altijd meteen zichtbaar
- door het helderdere of donkerdere scherm.
Instellen van de optie
1. Selecteer in het hoofdmenu (zie pag. 26/118)
(pagina 4, sectie
simulation
2. roep het submenu op en
3. selecteer hier
Shutter release half pressed
modus of
voor de tweede.
Continuous
Het Live View-beeld op het LCD-scherm bevat in de
standaardinstelling in de kopregel wat basisinformatie. Met behulp
van de toets
(32) kunt u twee andere weergavemogelijkheden
INFO
en meer informatie oproepen (zie pag. 242).
In de eerste weergave hebt u de mogelijkheid ook kaders voor
beeldverhoudingen 1:1, 3:4, 6:7 of 16:9 zichtbaar te maken. Dit
kan de beeldcompositie voor latere uitsneden aanzienlijk
vereenvoudigen.
De kaders verschijnen in volgorde door omhoog of omlaag op de
kruisknop te drukken.
(continu) wordt alleen actief bij
Exposure
),
SETUP
voor de eerste
Waterpas
Als deze optie is ingeschakeld, wordt er een vierde
weergavescherm met waterpas-indicatie beschikbaar. Dankzij de
geïntegreerde sensoren en dit scherm kan de Leica M de uitlijning
van de camera weergeven. Hiermee kunt u bij onderwerpen
waarvoor dit van belang is, zoals bijv. architectuur-opnamen met
statief, de camera exact op de lengte- en breedte-as uitlijnen.
In- / uitschakelen van het waterpas-weergavescherm
1. Selecteer in het hoofdmenu (zie pag. 26/118)
4/sectie
),
SETUP
2. roep het submenu op en
3. selecteer hier
of
.
On
Off
• Op het LCD-scherm verschijnt een verticale schaal en een
horizontale balk. Afwijkingen van de beide nulstanden
worden afgebeeld met rode markeringen en de horizontale
oriëntatie langs de lengte- en breedte-as door een groene
markering in het midden.
Aanwijzingen:
• De Live View mode is gebaseerd op het beeld dat door de
sensor wordt geregistreerd. Dit vereist dat de sluiter wordt
geopend. Als de functie wordt gestopt, zal hij weer sluiten en
naspannen. Dit is natuurlijk hoorbar en kan eventueel ook een
korte ontspannervertraging met zich meebrengen.
• Veelvuldig gebruik van de Live View-modus leidt tot verhoogd
stroomverbruik.
• Wisselstroom veroorzaakt bij vele lichtbronnen
helderheidsvariaties, die onzichtbaar zijn voor het oog. Vanwege
de gevoeligheid en de uitleesfrequentie van beeldsensoren kan
dit leiden tot een flikkerend beeld op het LCD-scherm of in de
video-opnamen (niet op de foto's). Door een lange sluitertijd te
kiezen, kunt u dit effect bij de opname vermijden.
NL
(pagina
Horizon
177