Nederlands
Gebruik in de winter
Bij temperaturen beneden +10 °C
Carburateur voorverwarmen
Door het omzetten van een schuif wordt
naast koude lucht, ook warme lucht
rondom de cilinder aangezogen die
ijsvorming in de carburateur voorkomt.
2
1
Een pijl op de kap (1) laat de stand van
de schuif (2) voor de zomer- of
winterstand zien. Betekenis van de
symbolen:
Symbool "zon" = zomerstand
–
Symbool "sneeuwvlok" =
–
winterstand
130
3
2
Bout (3) op de schuif losdraaien en
N
wegnemen
Schuif (2) uit de kap trekken
N
Schuif (2) vanuit de zomerstand in
N
de winterstand draaien en weer
aanbrengen
Bout (3) door de schuif heen in de
N
kap draaien
Bij temperaturen tussen +10 °C en
+20 °C
Het apparaat kan bij deze temperaturen
normaal gesproken worden gebruikt met
de schuif (2) in de zomerstand. De stand
van de schuif indien nodig omzetten.
Bij temperaturen boven +20 °C
2
Schuif (2) beslist weer in de
N
zomerstand plaatsen
LET OP
Bij temperaturen boven +20 °C niet in de
winterstand werken, omdat dan de kans
op motorstoringen door oververhitting
aanwezig zou zijn!
Bij temperaturen beneden -10 °C
Bij extreem winterse omstandigheden
met de volgende voorwaarden
Bij temperaturen beneden -10 °C
–
Poeder- of stuifsneeuw
–
wordt het gebruik van de "afdekplaatset"
geadviseerd, die leverbaar is als
speciaal toebehoren.
Afhankelijk van de uitvoering van de
tankdop zijn er 2 verschillende
"afdekplaatsets" leverbaar.
FS 260, FS 260 C, FS 360 C