GENERATORS
4.3
Voorbeeld van montage onder de waterlijn
(fig.5).
1
huiddoorvoer
2
huidafsluiter
3
aftapkraan
4
wierpot
5
beluchter
6
waterslot
7
demper
8
huiddoorvoer
9
generator
10 lekleiding
11 waterlijn
A - slangen, inwendige diameter 50 mm.
B - slangen, inwendige diameter 15 mm.
C - slangenklemmen
4.4
Voorbeeld van installatie met een scheider
water en uitlaatgassen, boven of onder de waterlijn.
(fig. 6)
1
huiddoorvoer
2
huidafsluiter
3
aftapkraan
4
wierpot
5
generator
6
waterslot
7
water-uitlaatgassen scheider
8
huiddoorvoer
9
demper
10 huiddoorvoer uitlaatgassen
11 waterlijn
(fig. 7)
1
huiddoorvoer
2
huidafsluiter
3
aftapkraan
4
wierpot
5
beluchter
6
waterslot
7
water-uitlaatgassen scheider
8
huiddoorvoer
9
demper
10 huiddoorvoer uitlaatgassen
11 waterlijn
12 lekleiding
13 beluchter
A - slangen, inwendige diameter 50 mm. Zeewater- en
uitlaatgassenbestendig
B - slangen,
inwendige
Zeewaterbestendig
C - slangenklemmen
D - slangen,
inwendige
Uitlaatgassenbestendig (min. 70°C)
E - slangen,
inwendige
Zeewaterbestendig
diameter
15
mm.
diameter
40
mm.
diameter
25
mm.
- 45 -
NL
De in de figuren genoemde maten
dienen te worden aagehouden. Voor een betere
demping van het uitlaatlawaai is het aan te raden een
extra demper in slang D op te nemen op ca. 1 meter
van de water-uitlaatgassen scheider.
4.5
Componenten
Het koelwatersysteem moet compleet
gescheiden zijn van dat van de hoofdmotor.
1-
huiddoorvoer 1/2"
Als de generator meer dan 1 meter
boven de waterlijn is gemonteerd, moet er een
terugslagklep worden gemonteerd achter de
huidafsluiter (1 van fig. 8). Dit voorkomt dat het
systeem leegloopt als de generator niet draait.
Hierdoor zou bij het opstarten de impeller van de
waterpomp kunnen beschadigen. Om de zelfde reden
dient de zuigleiding bij een eerste opstart handmatig
met water gevuld te worden.
2 -
kogelafsluiter, 1/2"
3 -
kogelafsluiter, 1/2"
Deze dient om het water te kunnen aftappen bij langdurige
stilstand of onderhoud aan de generator.
4 -
Waterfilter met kijkglas.
Voorkomt binnendringen van waterplanten of zand.
Capacitiet voor de IS 6.5/7.6: 25/28 liter per uur.
Het filter dient fijnmazig te zijn. Mesh
2 (470 micron) is aanbevolen voor een goede werking.
5 -
Beluchter. Deze klep zorgt dat de druk in het
systeem niet onder de luchtdruk kan dalen. Anders zou
water de generator in kunnen lopen. Een beluchter moet
gemonteerd worden als de injectiebocht van de generator
minder dan 15 cm. boven de waterlijn zit. De beluchter
dient minstens 50 cm. boven de waterlijn gemonteerd te
zijn (zie fig. 11).
De beluchter dient te worden
gemonteerd tussen perszijde van de zeewaterpomp
en uitlaatinjectiebocht (fig 11).
De beluchtingsslang van de beluchter dient vanaf de
beluchter àf te lopen om ophoping van water bij
uitgeschakelde generator te voorkomen (zie fig. 9).
Er wordt geadviseerd om de drainageleiding van de
terugslagklep naar het kielruim te leiden omdat hier
tijdens de normale werking kleine hoeveelheden water
uit kunnen stromen.
Het koelcircuit moet aangesloten worden op de verbinding
van de wisselaar zoals afbeelding 10 laat zien.
IS 6.5 - 7.6