3.4 Oplossen van storingen
Diagnostiek
Lcd-display uit
Controleer of de printplaat elektrisch wordt gevoed: controleer met een digitale
multimeter of er voedingsspanning aanwezig is.
Zo niet, controleer dan de bedrading.
Indien er voldoende spanning is (Bereik 195 – 253 Vac), moet de status van de
zekering worden gecontroleerd (3.15AL@230VAC). De zekering bevindt zich op
de printplaat. Zie fig. 19 en fig. 33 voor toegang tot de zekering.
Lcd-display aan
In geval van storingen of problemen in de werking gaat het display knipperen en wordt de identificatiecode van de sto-
ring weergegeven.
Er bestaan storingen die permanente blokkering veroorzaken (aangeduid met de letter "A"): om de werking te resetten
op de toets reset drukken (detail 6 - fig. 1) gedurende 1 seconde of via de RESET van de klokthermostaat met afstan-
dsbediening (optioneel) indien geïnstalleerd; als de verwarmingsketel niet start, dan is het noodzakelijk om eerste de
storing te verhelpen.
Andere storingen zorgen voor tijdelijke blokkering (aangeduid met de letter "F") die automatisch worden opgeheven zo-
dra de waarde weer binnen het normale werkingsbereik van de verwarmingsketel komt.
Storingentabel
Tabella. 9- Overzicht storingen
Storingscode
Storing
A01
De brander ontsteekt niet
Vlamsignaal aanwezig bij uitge-
A02
schakelde brander
A05
Storing ventilator
124
BLUEHELIX PRO RRT 28 C
Mogelijke oorzaak
Er is geen gas
Storing van meet-/ontstekingse-
lektrode
Gasklep defect
Onvoldoende voedingsdruk
De sifon is verstopt
Lucht-/rookpijpen verstopt
Storing elektrode
Storing kaart
Geen voedingsspanning van
230V
Tachometrisch signaal verbroken
Ventilator beschadigd
cod. 3541T000 - Rev. 00 - 10/2019
fig. 33- Behuizing zekering
Oplossing
Controleer of de gastoevoer naar de verwarmin-
gsketel normaal is en of de leidingen ontlucht zijn
Controleer de bedrading van de elektrode en of
deze correct geplaatst is en vrij van afzettingen is
en vervang eventueel de elektrode.
Controleer de gasklep en vervang deze
Controleer de druk van het gasnet
De sifon controleren en eventueel reinigen
Ontstop de schoorsteen, de gasafvoerpijpen, de
luchtinlaten en de eindstukken.
Controleer de bedrading van de ionisatie-elek-
trode
Controleer of de elektrode intact is
Massa-elektrode
Massakabel
De sifon controleren en eventueel reinigen
Controleer de kaart
Controleer de bedrading van de 5-polige con-
nector
Controleer de ventilator
NL