Publicité
9. Sluit de toevoerkabel aan op de hoofdleiding van 230 V.
HET OPSTARTEN:
1. Bij hele grote machines en slechte weersomstandigheden, is het raadzaam
om de batterij een snelle lading te geven voor een paar minuten voordat u
hem met hulpstartkabels probeert te starten (zie bovengenoemde
oplaadinstructies).
2. In tegenstelling tot de laadprocedure, moet tijdens de startprocedure de
batterij verbonden blijven met de auto en moeten de doppen gesloten blijven.
3. N.B. Indien u probeert te starten terwijl de acculader is ingesteld op de
"charge" positie kan de ampèremeter worden beschadigd en de thermische
beveiliging in werking worden gesteld.
4. N.B. (*) Als de acculader in de "START" positie staat, moet hij snel in werking
treden als de contactsleutel van de auto is omgedraaid; bovendien moet de
acculader worden stopgezet zodra de auto is gestart, anders kan de hoge
stroom van de machine de batterij beschadigen, als deze voor meer dan 5-6
seconden aanhoudt.
5. Volg nu onderstaande instructies op voor model 35/250:
6. Sluit de zwarte kabel aan op de negatieve pool van de acculader met het
opschrift (-START).
7. Controleer het voltage van de batterij die moet worden opgeladen (12 of 24 V)
en sluit de rode kabel aan op de bijbehorende aansluiting (+12 of +24 V).
8. Achtereenvolgens aansluiten:
- de rode klem aan de positieve (+) pool
- de zwarte klem aan de carrosserie van de auto, uit de buurt van de accu en
de brandstofslang.
9. Zet de oplaadschakelaar op (0).
10. Sluit de toevoerkabel aan op de hoofdleiding van 230 V.
11. Zet de schakelaar direct op de "START" positie.
12. Start de auto tenminste binnen 5 seconden (zie N.B.*).
13. Zet de oplaadschakelaar op (0). Ontkoppel de acculader zodra de auto is
gestart, of herhaal de procedure na een paar minuten, indien nodig.
All manuals and user guides at all-guides.com
Load UP
7
Publicité
