Publicité
All manuals and user guides at all-guides.com
Load UP
In het begin van het oplaadproces wordt er veel stroom verbruikt, het
stroomverbruik neemt vervolgens langzaam af en is erg laag tijdens het opladen
van de accu.
Attentie: wanneer de accu aan de lading staat, begint de vloeistof in de accu
te koken.
Het is raadzaam om het oplaadproces niet te veel te verlengen om oververhitting
van de elementen en oxidatie van de platen te voorkomen. Hierdoor zal de accu in
goede conditie blijven. Dit geldt niet voor de modellen met elektronische
beveiliging (76005 en 76006): bij deze modellen stopt de lader automatisch met
laden wanneer de accu vol is.
6.0 INSTELLEN VAN DE LAADSTROOM
Model 7-12-16-20-30:
De juiste schakelaar met meerdere standen maakt het mogelijk om de laadstroom
te verhogen of te verlagen, waardoor de laadsnelheid van de accu kan worden
geregeld. Om de levensduur van de accu te verlengen raden wij u aan om hem
langzaam op te laden met een laadstroom aangegeven door het instrument; deze
bevindt zich tussen 1/10 en 1/5 van de capaciteit van de accumulator in Ah. Het
opladen bij voorkeur starten met de instelknop op positie "1". De ampèremeter
toont de stroom die de accu op dat moment nodig heeft. Als de ampèremeter in de
buurt van de "0" komt, de instelknop met 1 positie verhogen. Zo ook de volgende
posities (als ze aanwezig zijn) afwerken totdat het laden voltooid is.
Wanneer de accu vol is, het apparaat tijdig stopzetten, omdat het apparaat
anders door blijft laden en de accu kapot kan gaan.
Model 20elek.-30elek.:
Op stand "automatisch" laadt het apparaat volautomatisch en stopt automatisch
zodra de accu vol is.
Op stand "Min." laadt de machine een minimale stroomsterkte en op stand "Max."
laadt de machine een maximale stroomsterkte.
Wanneer de acculader op de stand "Min." of "Max." staat, blijft het apparaat
doorladen en moet de lader tijdig worden stopgezet.
Model 35/250 met starthulp:
Op de stand "slak" laadt de acculader een minimale stroomsterkte en op de stand
"haas" laadt de machine een maximale stroomsterkte.
Op deze beide standen blijft de lader doorladen en moet dus tijdig worden
stopgezet.
Op stand "start" kan men het voertuig starten (zie ook punt 9.1).
4
Publicité
