Om veiligheidsredenen zijn alle wijzigingen aan het apparaat verboden. Bovendien kan elk ander gebruik leiden
tot kortsluitingen, brandwonden, elektrische schokken, ontploffing van de lamp, ongelukken, enz. Als dit apparaat
op een andere manier wordt gebruikt dan beschreven in deze gebruiksaanwijzing kan het product beschadigd
raken en de garantie vervallen.
RIGGING
Het is belangrijk nooit de ventilator of de koelingsopeningen te verstoppen.
Bij de keuze van de installatie plaats denkt eraan dat de plaats gemakkelijk bereikbaar is voor onderhoud en
reinigingsdoeleinden.
Gebruik altijd veiligheidskabels.
Bescherm het toestel tegen regen, vochtigheid en extreme temperatuurveranderingen. Kies een plaats met
voldoende ventilatie.
Indien het netsnoer van de unit beschadigd is, moet ze van een vakman vervangt worden om stroomslag te
vermijden.
INSTALLATIE
Installatie/vervanging van de lamp
Niet de unit aanschakelen indien geen lamp geplaatst of de lamp defect is.
Ontkoppel de unit van het lichtnet tijdens de installatie van de lamp.
De buitentemperatuur van de behuizing is tijdens de werking 60°C.
De lamp wordt erg heet tijdens de werking. Wanneer U de unit uitschakelt, ontkoppel ze nicht van het lichtnet. Wacht
tenminste 15 minuten dat the lamp afkoelt om hoogspanningsontlading, kortsluiting of brand van de onderdelen op
de PCB te vermijden.
Wees zeker dat de montage plaats stabiel is alvorens U de unit installeert. Indien U de unit omgekeerd ophangt,
moet U 2 sets van professionele M10 moeren gebruiken. Plaats de moer in het gat binnen de houder van de unit.
Schuif een veiligheidskabel door de structuur en de houder omdat de unit niet kan vallen. Tijdens de montage
moeten geen personen onder de montageplaats zijn. Controleer regelmatig dat de kabel op zijn plaats en de moer
vast zitten. Wij zijn niet aansprakelijk voor schaden door foute montage.
Niet het toestel langer dan 10 uren continu gebruiken. Maak na 8 uren een pauze van 30 minuten.
1. Aansluiting van de voedingskabel
Gebruik de meegeleverde kabel om het toestel aan het lichtnet aan te sluiten. Controleer dat de spanning van uw
lichtnet met de ingangsspanning van het toestel overeenkomt. Het toestel benodigd een aansluitspanning van
110-240Vac 50/60Hz wisselspanning. Elk toestel moet gescheiden aan en uit geschakeld worden.
2. Aansluiting van de signaalkabel
Gebruik een 3-pin XLR kabel om de uitgangsconnector van de DMX controller op de ingang van het lichteffect aan
te sluiten. Sluit de DIGITAL OUT connector van het lichteffect op de IN connector van het volgende apparaat aan,
enz. tot het laatste toestel:
1
2
I N
O U T
De kabel tussen de uitgang van de DMX controller en de ingang van het eerste lichteffect word meegeleverd. De
doorsnede van de kabel moet tenminste 0,5mm bedragen. Gebruik kabel met individuele afscherming van iedere
ader.
© Copyright LOTRONIC 2015
3
IN
IN
O U T
O U T
SHOOTER-2R
Page 39