WERKING
VERPLAATSING
Tijdens de bedrijfsfasen moet de
motorcompressor, voor zover mogelijk,
gepositioneerd worden op een vlakke
ondergrond (max. helling 18%)
De machine is voorzien van sterke
handgrepen en pneumatische wielen om
de verplaatsingen vlotter te laten verlopen,
ook op onregelmatige ondergronden.
De fabrikant raadt sterk aan de machine
niet te verplaatsen wanneer die in werking
is, omdat dit het oliepeil in de motor en de
pompgroep zou wijzigen, met als gevolg
kans op beschadiging of breuken.
Men raadt bijgevolg aan de
motorcompressor uitsluitend te
verplaatsen wanneer die uit is.
LET OP
De machine heeft geen remmen en moet
tijdens de verplaatsing dus constant
tegengehouden worden door de
gebruiker. Telkens wanneer de machine op
een andere dan de werkplaats verzet
wordt, zorg ervoor dat de nieuwe
opstelplaats stabiel en veilig is.
fig. 11
NL
VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
De motorcompressor is voorzien van
veiligheidsinrichtingen geïnstalleerd om
gevaar of ongelukken te voorkomen.
De veiligheidsklep, gecertificeerd volgens de
norm PED 97/23, treedt in werking in geval
van een storing van de stuurklep en voert
de overtollige lucht af (fig.11).
De riemafdekking in netvorm beschermt de
bewegende onderdelen zoals het handwiel
en de riemschijf (fig.12).
LET OP
Interventies aan de veiligheidsinrichtingen
uitgevoerd door niet-geautoriseerd
personeel dat niet correct opgeleid is kan de
werking van de machine en de veiligheid
van de operatoren in het gedrang brengen.
Het is streng verboden:
-
De veiligheidsklep te wijzigen
-
De stuurklep te wijzigen
-
Te knoeien met het reservoir
-
De motorcompressor te gebruiken
zonder de meegeleverde
beschermingen.
Het niet naleven van de volgende
voorschriften zal de garantie van de
machine automatisch doen vervallen.
fig. 12
30