1.5 AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
OPGELET: De elektrische aansluiting mag alleen uitgevoerd worden door een elektricien.
De geschikte stroomspanning is afhankelijk van het type vaatwasser. Naargelang van de stroomeisen van het
apparaat moet de geschikte stroom toegevoerd worden. Wend u tot een elektricien voor de aansluiting van het
apparaat op het elektriciteitsnet.
Er moet voldaan worden aan de voorschriften van de norm DIN VDE D100 0100 en de relevante delen ervan, aan
de aansluitingsnormen van de elektriciteitsleverancier, aan de relevante veiligheidsregels ZH 1/37 in de keuken,
hoofdstuk 7.2, alsook aan de thans geldende voorschriften voor ongevallenpreventie.
Het apparaat kan vervolgens worden aangesloten op een elektrische inrichting met constante stroomtoevoer,
door middel van een kabel type HO7 RN-F met trekontlasting.
1.5.1 Aansluiting beschermingsleiding en de equipotentiaalverbinding
De elektrische veiligheid van dit apparaat is pas gewaarborgd nadat de beschermingsleiding aangesloten en
uitgetest is. Hierbij moet voldaan zijn aan de overeenkomstige voorwaarden (zie punt 1.5).
Bovendien dient het apparaat te worden opgenomen in een equipotentiaalverbinding. Aan de achterkant van
het apparaat is daarom een schroef voorzien, aangeduid met de term "Voltage Compensation" [equipotentiaal].
Nadat het apparaat elektrisch werd aangesloten, dient de werking van de beschermingsleiding te worden
gecontroleerd, alsook de equipotentiaalverbinding en de elektrische isolatiewaarde conform de toepasselijke
DIN-VDE-normen.
2. GEBRUIKSAANWIJZING
2.1 TECHNISCHE GEGEVENS
De technische kenmerken per type vaatwasmachine staan vermeld op de sticker die op elk apparaat bevestigd
is.
2.2 INSTRUCTIES VOOR DE NORMALE WERKING VAN DE VAATWASSER
Het apparaat wordt uitsluitend gebruikt voor het reinigen van horeca-serviesgoed zoals borden, kopjes, glazen,
bestek enz. Controleer of het serviesgoed dat u in het apparaat plaatst, wel degelijk geschikt is om te worden
afgewassen in een vaatwasser.
Zilverwerk dient vooraf te worden ontdaan van restanten, indien het niet onmiddellijk na de maaltijd wordt
afgewassen, want bepaalde voedingswaren laten verkleuring en vlekken achter op het zilverwerk.
Plaats in de vaatwasser géén voorwerpen die in contact zijn gekomen met zuren, minerale oliën, smeervet,
benzine, verf of oplosmiddelen (kortom met industrieel verwerkte chemische producten).
2.3 HET SERVIESGOED KLAARMAKEN VOOR DE
VAATWASSER
Vermijd het opdrogen van etensresten op het serviesgoed. Om
verstopping van de filter en snel vervuilen van het afwaswater te
voorkomen, dient men alvorens het plaatsen van de vaat in de
rekken, grotere voedselresten te verwijderen, alsook olijfpitten,
citroenschijfjes, tandenstokers, servetjes, enz. Voor glaswerk met
droge voedselresten, is het raadzaam dat glaswerk eerst om te
spoelen of een tijdje in water te laten weken.
16
www.combisteel.com