Markeringen
Voor dit toestel gelden volgende markeringen:
Ingangsspanning xxV
Vereiste spanningsfrequentie (vb. 50Ηz).
De markeringen
en
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade veroorzaakt door verkeerd installeren van het toestel.
1.3 INSTALLATIE (RESERVE ONDERDELEN & BEHEER HANDMATIG)
Deze vaatwasmachine wordt geleverd met wateraanvoer- en waterafvoerslangen. Alle aansluitingen al
naargelang van het model van het apparaat, dienen te worden uitgevoerd door een erkende monteur, met
inachtneming van de toepasselijke voorschriften.
Alvorens het apparaat te installeren moet worden gecontroleerd of het stroomtype en de netspanning
overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van het apparaat.
1.3.1 MONTAGE
•
Open de verpakking en inspecteer of het apparaat geen schade heeft opgelopen tijdens het transport. In
geval van twijfel, haalt u er een vakman bij (van de lokale dealer bij wie u het apparaat hebt aangekocht)
alvorens het apparaat in werking te stellen.
•
Plaats de vaatwasser in de gewenste ruimte, op een stabiele vloer, in de buurt van de vereiste water- en
elektriciteitsaansluiting.
•
Het apparaat moet op een vlak oppervlak worden geplaatst. Eventuele afwijkingen hiervan moeten worden
gecorrigeerd met behulp van een waterpas.
•
Na de succesvolle installatie en voordat de vaatwasser in werking wordt gesteld, moet het apparaat grondig
worden schoongemaakt met een gewoon reinigingsmiddel.
1.4 AANSLUITING OP DE WATERLEIDING
OPGELET: Bij de aansluiting op de waterleiding moeten de toepasselijke veiligheidsnormen in acht worden
genomen.
De vaatwasser wordt aangesloten op koudwatertoevoer. Indien u kiest voor aansluiting op warmwatertoevoer,
neem dan contact op met de fabriek.
•
De pijpleiding van de watervoorziening moet van bij de constructie uitgerust zijn met een terugslagklep DIN
1988.
•
Alvorens het apparaat aan te sluiten, moet de watertoevoerslang uitgespoeld worden.
•
De waterleidingpijp moet een interne diameter hebben van min. 16mm en de verbinding met de slang moet
3/4 inch zijn.
•
Alvorens het apparaat in werking te stellen, alle buisklemmen goed vastdraaien.
OPGELET: De minimale waterdruk is 2 bar en de maximale waterdruk 5 bar (afhankelijk van het type vaatwasser).
1.4.1 AANSLUITING OP HET RIOLERINGSNET
De afvoer gebeurt volgens het principe van de zwaartekracht (natuurlijke afvoer). De afvoerslang wordt
rechtstreeks aangesloten op het centrale afvoersysteem voorzien van een stankafsluiter, ofwel loopt het
afvoerwater rechtstreeks in een rioolputje in de grond, voorzien van een stankafsluiter.
OPGELET: De afvoerslang mag niet hoger gemonteerd worden dan een welbepaalde hoogte in centimeters
(welke hoogte afzonderlijk wordt vermeld per type vaatwasser), gemeten vanaf de onderste rand van de wastank
van het apparaat. Alleen als de vaatwasser uitgerust is met een waterafvoerpomp, kan de afvoerslang eventueel
hoger geplaatst worden.
www.combisteel.com
15