Nederlands
► Rechtop staan – het apparaat ontspannen
vasthouden en altijd rechts van het lichaam
houden
► Het snijgarnituur mag geen obstakels en ook
de grond niet raken
► Het apparaat gelijkmatig heen en weer bewe‐
gen, hierbij de maaikop 20 - 30° naar voren
kantelen
► De afstand van de maaidraad ten opzichte van
het grasveld bepaalt de maaihoogte
► Indien mogelijk met de linkerhand maaien,
hierbij worden plantenresten en stenen van de
gebruiker af geslingerd
► Contact met schuttingen, muren, stenen enz.
vermijden – dit leidt tot een verhoogde slijtage
3.1.1
Maaien onder hindernissen
Voor het gemakkelijk maaien onder bosschages
kan de hoek tussen de steel/maaiboom en de
maaikop worden versteld (zie "Werkhoek instel‐
len").
3.1.2
Werken met de afstandhouder (alleen
FSE 41)
De afstandhouder (1)
– begrenst het werkgebied van de maaidraad
– Voorkomt beschadigingen tijdens het maaien
door de roterende maaidraden (bijv. boom‐
schors)
– bepaalt bij het kanten snijden de afstand tot de
grond
82
1
3.2
Kanten snijden (alleen FSE 41)
Het apparaat kan in een handomdraai worden
omgebouwd tot kantensnijder (zie "Apparaat tot
kantensnijder ombouwen").
► Het apparaat zoals afgebeeld gebruiken
► De maaidraad langs de gazonrand geleiden –
het apparaat op de juiste hoogte boven de
grond houden of gebruikmaken van de
afstandhouder
3 Gebruik
0458-280-9621-B