Nederlands
2.2
Toebehoren en onderdelen
Alleen die snijgarnituren of toebehoren monteren
die door STIHL voor dit apparaat zijn vrijgegeven
of technisch gelijkwaardige onderdelen monte‐
ren. Bij vragen hierover contact opnemen met
een geautoriseerde dealer. Alleen hoogwaardig
gereedschap of toebehoren monteren. Als dit
wordt nagelaten, is er kans op ongelukken of
schade aan de apparaat.
STIHL adviseert origineel STIHL gereedschap en
toebehoren te monteren. Deze zijn qua eigen‐
schappen optimaal op het product en de eisen
van de gebruiker afgestemd.
Geen wijzigingen aan het apparaat aanbrengen
– uw veiligheid kan hierdoor in gevaar worden
gebracht. Voor persoonlijke en materiële schade
die door het gebruik van niet-vrijgegeven aan‐
bouwapparaten wordt veroorzaakt, is STIHL niet
aansprakelijk.
2.3
Toepassingen
Het apparaat – afhankelijk van het gemonteerde
snijgarnituur – alleen gebruiken voor het maaien
van gras en het knippen van wildgroei of derge‐
lijke.
Het gebruik van het apparaat voor andere doel‐
einden is niet toegestaan en kan leiden tot onge‐
lukken of defecten aan het apparaat. Geen wijzi‐
gingen aan het product aanbrengen – ook dit kan
leiden tot ongelukken of defecten aan het appa‐
raat.
2.4
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting dragen.
De kleding moet doelmatig zijn en
mag tijdens het werk niet hinderen.
Nauwsluitende kleding dragen – com‐
bipak, geen stofjas.
Geen kleding dragen waarmee men aan takken,
struiken of de bewegende delen van het appa‐
raat kan blijven haken. Ook geen sjaal, das en
sieraden dragen. Lang haar in een paardenstaart
binden en dusdanig vastmaken, dat het zich
boven de schouders bevindt.
Stevige schoenen met stroeve, slip‐
vrije zolen dragen.
78
2 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
WAARSCHUWING
Om de kans op oogletsel te reduce‐
ren een nauw aansluitende veilig‐
heidsbril volgens de norm EN 166
dragen. Erop letten dat de veilig‐
heidsbril goed zit.
Een gelaatsbeschermer dragen en erop letten
dat deze goed zit. Een gelaatsbeschermer alleen
biedt onvoldoende bescherming voor de ogen.
"Persoonlijke" gehoorbescherming dragen –
zoals bijv. oorkappen.
Robuuste werkhandschoenen van
slijtvast materiaal dragen (bijv. leer).
STIHL biedt een omvangrijk programma aan per‐
soonlijke beschermuitrusting.
2.5
Apparaat vervoeren
Altijd het apparaat uitschakelen en de stroom‐
stekker uit het apparaat trekken.
In voertuigen: het apparaat tegen kantelen en
beschadiging beveiligen.
2.6
Voor aanvang van de werk‐
zaamheden
Apparaat controleren
Controleren of het apparaat in goede staat ver‐
keert – het desbetreffende hoofdstuk in de
gebruiksaanwijzing in acht nemen:
– De schakelaar moet goed gangbaar zijn – de
schakelaar moet na het loslaten terugkeren in
de uitgangspositie
– De combinatie van snijgarnituur, beschermkap
en handgreep moet zijn vrijgegeven, alle
onderdelen moeten correct zijn gemonteerd.
Geen metalen snijgarnituren – kans op letsel!
– Het snijgarnituur op correcte montage, vastzit‐
ten en goede staat controleren
– Veiligheidsinrichtingen (bijv. beschermkap
voor snijgarnituur) op beschadigingen, resp.
slijtage controleren. Beschadigde onderdelen
vervangen. Het apparaat niet met een bescha‐
digde beschermkap gebruiken
– De handgrepen moeten schoon en droog, vrij
van olie en vuil zijn – belangrijk voor een vei‐
lige bediening van het apparaat
– De handgrepen al naargelang de lichaams‐
lengte instellen
Het apparaat mag alleen in technisch goede
staat worden gebruikt – kans op ongelukken!
0458-280-9621-B