TECHNISCHE GEGEVENS
Type
Productienummer
Accuspanning
Nominaal toerental
Spantangdiameter
Slijpsteen ø max.
doorslijpschijf-ø max.
Max. Slijpschijf-Ø
Komborstel-ø
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2014 (2,0 Ah...6,0 Ah)
Aanbevolen omgevingstemperatuur tijdens het werken
Aanbevolen accutypes
Aanbevolen laadtoestellen
Geluidsinformatie:
Meetwaarden vastgesteld volgens EN 60745.
Het kenmerkende A-gewogen geluidsniveau van de machine bedraagt:
Geluidsdrukniveau / Onzekerheid K
Geluidsvermogenniveau / Onzekerheid K
Draag oorbeschermers.
Trillingsinformatie:
Totale trillingswaarden (vectorsom van drie richtingen) bepaald volgens EN
60745.
Trillingsemissiewaarde a
/ Onzekerheid K
h
WAARSCHUWING!
De in dit informatieblad vermelde trillings- en geluidsniveaus zijn gemeten in overeenstemming met een standaard testmethode conform EN 60745 en kunnen worden
gebruikt om gereedschap met elkaar te vergelijken. Deze kunnen ook worden gebruikt voor het vooraf evalueren van de blootstelling.
De vermelde trillings- en geluidsniveaus gelden voor de meest gebruikelijke toepassingen van het gereedschap. Wanneer het gereedschap echter voor andere
doeleinden of met andere hulpstukken gebruikt wordt of niet naar behoren onderhouden wordt, kan de mate van blootstelling over de hele werkperiode aanzienlijk
hoger uitvallen.
Voor een nauwkeurige inschatting van de blootstelling aan trillingen en geluid moet ook de tijd in aanmerking worden genomen die het apparaat uitgeschakeld is of
weliswaar loopt, maar niet werkelijk in gebruik is. Dit kan de waarde van de mate aan blootstelling over de hele werkperiode aanzienlijk verminderen.
Bepaal extra veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gebruiker tegen de gevolgen van trillingen en/of geluid, bijvoorbeeld: onderhoud van het gereedschap en
hulpstukken, warmhouden van de handen, organisatie van de werkprocessen.
WAARSCHUWING!
Lees alle veiligheidswaarschuwingen,
voorschriften, afbeeldingen en specifi caties voor dit elektrische
gereedschap. Als de onderstaande waarschuwingen niet worden opgevolgd,
kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR STAAFSLIJPERS
Algemene waarschuwingen voor slijpen, schuren, borstelen, polijsten en
doorslijpen:
Algemene veiligheidsinstructies voor het slijpen
a) Dit elektrisch gereedschap is bedoeld als slijp-, schuur-, draadborstel-,
polijst-, snij- of doorslijpmachine. Lees alle waarschuwingen, instructies,
specifi caties en bekijk alle afbeeldingen die bij dit elektrisch gereedschap
horen. Als u de volgende aanwijzingen niet in acht neemt, kunnen een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel het gevolg zijn.
b) Gebruik uitsluitend toebehoren dat door de fabrikant speciaal voor dit
elektrische gereedschap is voorzien en geadviseerd.
Het feit dat u het toebehoren aan het elektrische gereedschap kunt bevestigen,
waarborgt nog geen veilig gebruik.
c) Het toelaatbare toerental van het inzetgereedschap moet minstens
even hoog zijn als het maximale toerental dat op het elektrische
gereedschap is aangegeven. Toebehoren dat sneller draait dan toegestaan,
kan breken en in het rond vliegen.
d) De buitendiameter en de dikte van het inzetgereedschap moeten
overeenkomen met de maatgegevens van het elektrische gereedschap.
Inzetgereedschappen met onjuiste afmetingen kunnen niet voldoende
afgeschermd of gecontroleerd worden.
44
M12 BLROT
Accu-staafslijper
4978 20 01 XXXXXX MJJJJ
12 V
5000 - 27500 min
0,8 / 1,6 / 2,4 / 3,2 mm
Ø 25 mm
Ø 38 mm
Ø 20 mm
Ø 20 mm
562 ... 800 g
-18...+50 °C
M12B...
M12-18C, M12-18AC, M12-18FC, C12C
75,5 dB(A) / 3 dB(A)
83,5 dB(A) / 3 dB(A)
12,49 m/s
2
/ 1,5m/s
e) Slijpschijf, slijpcilinder of ander toebehoren moet exact op de
slijpspil of de spantang van het elektrische gereedschap passen.
Toebehoren dat niet exact op de slijpspil van het elektrische gereedschap past,
draait ongelijkmatig, trilt sterk en kan controleverlies over het gereedschap
veroorzaken.
f) Schijven met een opspandoorn, schuurtrommels, snijders of ander
toebehoor moet volledig in de spanhuls of boorhouder passen. Het
uitstekende of blootliggende deel van de doorn tussen het toebehoren en de
spantang of klauwplaat moet minimaal zijn. Als de doorn onvoldoende wordt
vastgehouden en/of het uitstekende deel te groot is, kan de gemonteerde schijf
losraken en met hoge snelheid worden weggeslingerd.
g) Gebruik geen beschadigde inzetgereedschappen. Controleer
voor het gebruik altijd inzetgereedschappen zoals slijpschijven op
afsplinteringen en scheuren, steunschijven op scheuren of sterke slijtage
en draadborstels op losse of gebroken draden. Als het elektrische
gereedschap of het inzetgereedschap valt, dient u te controleren of het
beschadigd is, of gebruik een onbeschadigd inzetgereedschap. Als u het
inzetgereedschap hebt gecontroleerd en ingezet, laat u het elektrische
gereedschap een minuut lang met het maximale toerental lopen. Daarbij
dient u en dienen andere personen uit de buurt van het ronddraaiende
inzetgereedschap te blijven. Beschadigde inzetgereedschappen breken
meestal gedurende deze testtijd.
h) Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting. Draag al naargelang
het gebruik een gelaatsbescherming, oogbescherming of
veiligheidsbril. Draag zo nodig een stofmasker, gehoorbescherming,
veiligheidshandschoenen of speciale schorten die kleine slijp- en
metaaldeeltjes van u verwijderd houden.
De oogbescherming moet u beschermen tegen rondslingerende
vreemde voorwerpen die bij verschillende toepassing ontstaan. Stof- en
ademhalingsmaskers moeten het stof fi lteren dat tijdens het gebruik ontstaat. Als
u gedurende een langere periode aan lawaai bent blootgesteld, kan dit leiden
NEDERLANDS
tot gehoorverlies.
i) Let erop dat andere personen zich op een veilige afstand bevinden
van de plaats waar u werkt. Iedereen die de werkomgeving betreedt, moet
persoonlijke beschermende uitrusting dragen.
Brokstukken van het werkstuk of gebroken inzetgereedschappen kunnen
-1
wegvliegen en verwondingen veroorzaken, ook buiten de directe werkomgeving.
j) Houd het elektrische gereedschap alleen vast aan de geïsoleerde
greepvlakken als u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap
verborgen stroomleidingen of de eigen netkabel kan raken. Contact
met een onder spanning staande leiding zet ook de metalen delen van het
elektrische gereedschap onder spanning en leidt tot een elektrische schok.
k) Houd het elektrische gereedschap goed vast als u het inschakelt. Bij
de acceleratie tot de volle snelheid kan het reactiemoment van de motor ertoe
leiden dat het elektrische gereedschap verdraait.
l) Gebruik indien mogelijk spanklemmen om het werkstuk te fi xeren.
Houd een klein werkstuk nooit met een hand vast terwijl u het met het
gereedschap in de andere hand bewerkt. Door kleine werkstukken vast
te spannen, hebt u de handen vrij om het elektrische gereedschap beter te
kunnen bedienen. Bij het doorslijpen van ronde werkstukken zoals houtpluggen,
stangmateriaal of buizen, kunnen deze wegrollen, waardoor het toebehoren
klem kan raken en in uw richting kan worden geslingerd.
m) Leg het elektrische gereedschap nooit neer, vóór het inzetstuk volledig
tot stilstand is gekomen. Het draaiende inzetstuk kan in aanraking komen met
de ondergrond, waardoor u de controle over het elektrische gereedschap kunt
verliezen.
n) Na het vervangen van het toebehoren of na instellingen aan het
apparaat dient u te waarborgen dat de moer van de spantang, de
2
boorhouder en andere bevestigingselementen vast aangedraaid zijn. Losse
bevestigingselementen kunnen onverwacht verschuiven en controleverlies
veroorzaken, niet-bevestigde, roterende componenten worden met geweld
weggeslingerd.
o) Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u het draagt. Uw
kleding kan door toevallig contact met het draaiende inzetgereedschap worden
meegenomen en het inzetgereedschap kan zich in uw lichaam boren.
p) Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het elektrische
gereedschap. De motorventilator trekt stof in het huis en een sterke ophoping
van metaalstof kan elektrische gevaren veroorzaken.
q) Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van brandbare
materialen. Vonken kunnen deze materialen ontsteken.
r) Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor vloeibare koelmiddelen
vereist zijn. Het gebruik van water of andere vloeibare koelmiddelen kan tot een
elektrische schok leiden.
Terugslag en bijbehorende waarschuwingen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een vasthakend of
geblokkeerd draaiend inzetgereedschap, zoals een slijpschijf, steunschijf,
draadborstel, enz. Vasthaken of blokkeren leidt tot abrupte stilstand van
het ronddraaiende inzetgereedschap. Daardoor wordt een ongecontroleerd
elektrisch gereedschap tegen de draairichting van het inzetgereedschap
versneld op de plaats van de blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vasthaakt of blokkeert, kan de
rand van de slijpschijf die in het werkstuk invalt, zich vastgrijpen. Daardoor kan
de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De slijpschijf beweegt
zich vervolgens naar de bediener toe of van de bediener weg, afhankelijk van
de draairichting van de schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij kunnen
slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of onjuiste
gebruiksomstandigheden van het elektrische gereedschap. Terugslag kan
worden voorkomen door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder
beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng uw lichaam en
uw armen in een positie waarin u de terugslagkrachten kunt opvangen.
Gebruik altijd de extra handgreep, indien aanwezig, om de grootst
mogelijke controle te hebben over terugslagkrachten of reactiemomenten
bij het op toeren komen.
De bediener kan door geschikte voorzorgsmaatregelen de terugslag- en
reactiekrachten beheersen.
b) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken, scherpe randen,
enz. Voorkom dat inzetgereedschappen van het werkstuk terugspringen
en vastklemmen.
Het ronddraaiende inzetgereedschap neigt er bij hoeken, scherpe randen of
wanneer het terugspringt toe om zich vast te klemmen. Dit veroorzaakt een
controleverlies of terugslag.
c) Gebruik geen getand zaagblad.
Dergelijke inzetstukken veroorzaken vaak een terugslag of verlies van controle
over het elektrische gereedschap.
d) Beweeg het toebehoren steeds in dezelfde richting in het materiaal
waarin de snijrand het materiaal verlaat (komt overeen met dezelfde
richting waarin de spaanders worden uitgeworpen). Als het elektrische
gereedschap in de verkeerde richting wordt bewogen, leidt dit ertoe dat het
toebehoren uit het werkstuk breekt waardoor het elektrisch gereedschap in de
aanvoerrichting wordt getrokken.
e) Bij gebruik van draaivijlen, doorslijpschijven, hogesnelheidsfrezen
of hardmetalen frezen moet het werkstuk altijd stevig vastgeklemd zijn.
Deze schijven lopen vast als ze een beetje schuin in de gleuf staan, wat leidt
tot terugslag. Wanneer een doorloopschijf vastloopt, breekt deze meestal af.
Wanneer een roterende vijl, snelfrees of hardmetalen frees vastloopt, springt
deze meestal uit de gleuf waardoor men de controle over het apparaat kan
verliezen.
Bijzondere waarschuwingen voor slijp- en doorslijpwerkzaamheden
a) Gebruik alleen slijpschijven die voor uw elektrisch gereedschap
worden aanbevolen en alleen voor de aanbevolen toepassingsgebieden.
Slijp bijvoorbeeld nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf.
Doorslijpschijven zijn bedoeld voor de materiaalverwijdering met de rand van de
schijf. Door krachtinwerking van opzij kunnen deze slijpschijven breken.
b) Gebruik voor conische en rechte slijppennen met schroefdraad
alleen onbeschadigde doornen van de correcte maat en lengte, zonder
achtersnijding aan de schouder. Geschikte doornen verminderen de mogelijk
van een breuk.
c) Vermijd blokkeren van de doorslijpschijf of te hoge aanpersdruk.
Voer geen overmatig diepe zaagsneden uit. Een overbelasting van de
doorslijpschijf verhoogt de belasting en het risico voor haken of blokkeren,
waardoor het gevaar voor een terugslag of een breuk van de doorslijpschijf stijgt.
d) Positioneer uw hand niet in de rotatierichting resp. achter de roterende
doorslijpschijf. Als u de doorslijpschijf in het werkstuk van uw hand weg
beweegt, kan het elektrische gereedschap in geval van een terugslag met de
draaiende schijf direct in uw richtig worden geslingerd.
e) Als de doorslijpschijf vastklemt of als u de werkzaamheden
onderbreekt, schakelt u het elektrische gereedschap uit en houdt u het
rustig tot de schijf tot stilstand is gekomen. Probeer nooit om de nog
draaiende doorslijpschijf uit de groef te trekken. Anders kan een terugslag
het gevolg zijn. Stel de oorzaak van het vastklemmen vast en maak deze
ongedaan.
f) Schakel het elektrische gereedschap niet opnieuw in zolang het zich in
het werkstuk bevindt. Laat de doorslijpschijf eerst het volledige toerental
bereiken voordat u het doorslijpen voorzichtig voortzet. Anders kan de
schijf vasthaken, uit het werkstuk springen of een terugslag veroorzaken.
g) Ondersteun platen of grote werkstukken, om het risico op terugslag
door een klemmende doorslijpschijf te beperken. Grote werkstukken
kunnen onder invloed van hun eigen gewicht doorbuigen. Het werkstuk
dient aan beide kanten te worden ondersteund en dat zowel in de buurt van de
insnijding als aan de randen.
h) Wees bijzonder voorzichtig bij het insteekzagen in bestaande wanden
of andere niet-zichtbare bereiken. De invallende doorslijpschijf kan bij het
doorslijpen van gas- of waterleidingen, elektrische leidingen of andere objecten
een terugslag veroorzaken.
Bijzondere waarschuwingen voor schuurwerkzaamheden:
a) Gebruik geen schuurbladen met te grote afmetingen, maar houd u aan
de voorschriften van de fabrikant voor de maten van schuurbladen.
Schuurbladen die over de rand van de steunschijf uitsteken, kunnen
verwondingen veroorzaken en kunnen tot blokkeren, scheuren van de
schuurbladen of terugslag leiden.
Bijzondere waarschuwingen voor werkzaamheden met draadborstels:
a) Let op dat de draadborstel ook tijdens het normale gebruik
draadstukken verliest. Overbelast de draden niet door een te hoge
aanpersdruk. Wegvliegende draadstukken kunnen probleemloos door dunne
kleding en/of de huid dringen.
b) Laat een borstel ten minste één minuut op bedrijfssnelheid draaien,
voordat u deze gebruikt. Gedurende deze tijd mag zich niemand vóór
of op één lijn met de borstel bevinden. Tijdens de inlooptijd worden losse
borstelharen of draden weggeslingerd.
c) Keer de slingerrichting van de draaiende draadborstel van u weg.
Bij het gebruik van deze borstels kunnen kleine deeltjes en minuscule
draadsplinters met hoge snelheid worden weggeslingerd en in uw huid dringen.
NEDERLANDS
45