4.
Wanneer de leidinglengte meer is dan 10 m, bereid
dan een van elkaar gescheiden installatie van de net-
aansluitkabel en de Modbus-kabel voor.
6.2
Eisen aan de netaansluiting
Voor de netspanning van het eenfasige 230 V-net moet een
tolerantie van +10% tot -15% aanwezig zijn.
6.3
Vereisten aan elektrische componenten
Voor de netaansluiting moeten flexibele slangleidingen wor-
den gebruikt die voor de plaatsing in de open lucht geschikte
zijn. De specificatie moet minstens aan de standaard 60245
IEC 57 met de afkorting H05RN-F voldoen.
Scheidingsschakelaars moeten aan de overspanningscate-
gorie III voor volledige scheiding voldoen.
Voor de elektrische beveiliging moeten trage zekeringen met
karakteristiek C worden gebruikt.
Voor de bescherming van personen moeten voor de installa-
tieplaats voorgeschreven, voor alle stromen gevoelige aard-
lekschakelaars type B worden gebruikt.
6.4
Elektrische scheidingsinrichting
De elektrische scheidingsinrichting wordt in deze handleiding
ook als scheidingsschakelaar aangeduid. Als scheidings-
schakelaar wordt normaal gesproken de zekering respectie-
velijk de installatieautomaat gebruikt, die in de meter-/zeke-
ringkast van het gebouw is ingebouwd.
6.5
Componenten voor functie blokkering
energiebedrijf installeren
Bij de functie 'blokkering energiebedrijf' wordt de warmteop-
wekking van de warmtepomp tijdelijk door het energiebedrijf
uitgeschakeld.
Het signaal voor de uitschakeling wordt naar de aansluiting
S21 van de binnenunit geleid.
▶
Als de functie 'blokkering energiebedrijf' aanwezig is,
moet u aanvullende componenten in de meter-/zekering-
kast van het gebouw installeren en bedraden.
▶
Houd daarvoor het schakelschema in de bijlage van de
installatiehandleiding van de binnenunit aan.
6.6
Elektrische aansluiting voorbereiden
1.
Demonteer het manteldeksel.
2.
Demonteer de rechter voormantel.
6.7
Stroomvoorziening tot stand brengen
1
L
N
PE
1.
Installeer voor het product, indien dit voor de installatie-
plaats is voorgeschreven, een aardlekschakelaar.
2.
Installeer voor het product in het gebouw een schei-
dingsschakelaar (1).
3.
Gebruik een 3-polige netaansluitkabel.
0020311869_05 Installatie- en onderhoudshandleiding
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
6.8
1.
2.
XT1
1
L
2
N
3.
3
4.
Leid de netaansluitkabel van het gebouw door de
wanddoorvoer naar het product.
Installeer de netaansluitkabel binnen het product zoda-
nig, dat geen hete onderdelen worden geraakt.
≤
30 mm
L
N
PE
≤
40 mm
Verwijder de mantel van de netaansluitkabel. Let er
hierbij op dat de isolatie van de verschillende aders
niet wordt beschadigd.
Om kortsluitingen door losse draden te vermijden, dient
u de geïsoleerde einden van de draden van draadeind-
hulzen te voorzien.
2
Sluit de netaansluitkabel op de aansluiting (2) aan.
Bevestig de netaansluitkabel met de trekontlastings-
klem.
Bevestig de netaansluitkabel in het product op de ther-
mische isolatie van de koudemiddelleidingen. Gebruik
daarvoor de kabelbinders uit de bijverpakking.
Modbus-kabel aansluiten
Neem de binnenunit uit de bijverpakking met deze on-
derdelen: adapter, schroefklem en aardklem.
Neem de buitenunit uit de bijverpakking met deze on-
derdelen: 15 m-Modbus-kabel.
A
Modbus
B
PE
Waarborg, dat met de modbus-kabel de aansluitingen
A en B op de binnenunit met de aansluitingen A en B
op de buitenunit worden verbonden. Gebruik daarvoor
een modbus-kabel met verschillende aderkleuren voor
de signalen A en B.
Bepaal de leidinglengte tussen de binnenunit en de
buitenunit.
AP4
CN12
A
B
GND
193