VEILIGHEIDS en GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN voor Li-Po batterijen
Inleiding: De moderne Lithium Polymeer (LiPo of Li-Poly) zijn de energiebronnen bij uitstek voor vliegende modellen vanwege hun lage gewicht en
hoge energiedensiteit. Deze nieuwe batterijen hebben meer gemeen met brandstof dan met oude batterijtechnologie op gebied van vermogen.
Ook qua veiligheid hebben deze batterijen meer overeenkomsten met brandstof. Voor veilig gebruik is het best om Lithium Polymeer batterijen te
behandelen als brandstof.
Wanneer Lithium Polymeer batterijen kundig en met respect behandeld worden, is het bewezen dat ze een controleerbare, praktische en genietbare
energiebron vormen voor de modelluchtvaart.
Wat kan er misgaan:
Er kan brand ontstaan: door 'overladen' (verkeerde lader of laderinstelling, onbalans in de batterij, lader gevoed met slechte voeding), een beschadigde
batterij of individuele cel laden en door kortsluiting (inclusief crash schade).
Batterijen of individuele cellen kunnen beschadigd geraken door: te diep ontladen (de batterij te leeg en/of te heet laten worden, ongebalanceerde
batterijen ontladen), kortsluiting en crash schade.
De defi nitie van 'te leeg' of 'overladen' wordt uitgelegd in de Veiligheidsvoorschriften.
Als er brand ontstaat, is dit bijna altijd tijdens het laadproces, uitgezonderd enkele gevallen van brand door directe crash schade. Deze ongelukken
zijn bijna altijd toe te wijzen aan menselijke fouten. Deze voorschriften hebben als doel:
A.
Informatie te geven over hoe een gevaarlijk laadproces te vermijden.
B.
Richtlijnen te geven hoe schade of verlies te beperken in het geval er toch brand mocht ontstaan.
Enkele Lithium Polymeer vaktermen uitgelegd.
•
3s1p – staat voor een batterij met 3 individuele cellen in serie en 1 reeks in parallel. 5s2p staat voor
een batterij met 5 individuele cellen in serie en 2 reeksen in parallel enzovoort.
•
Individuele cellen in serie dragen bij tot het voltage (V). Voor elke 's' wordt er 3,7 V (nominaal) bij
het voltage opgeteld. Individuele cellen in parallel dragen bij tot de capaciteit van de batterij (mAh).
Waar een '1p' batterij een capaciteit heeft van 2500 mAh, zal een '2p' batterij een capaciteit
hebben van 5000 mAh, een '3p' batterij een capaciteit hebben van 7500 mAh enzovoort. Dit is een opbouwmethode die enkel bij Lithium
Polymeer batterijen voorkomt (bij NiCd en NiMH batterijen wordt deze 'p' aanduiding weggelaten daar deze altijd 1p zijn)
•
Bij Lithium Polymeer batterijen met dezelfde individuele cellen zal een 3s2p batterij tweemaal zoveel stroom leveren gedurende dezelfde
tijdsperiode als een 3s1p batterij of dubbel zo lang dezelfde stroom.
•
Een 3s2p batterij zal tweemaal zo groot en tweemaal zo zwaar zijn als een 3s1p batterij. Omdat er meestal een optimale vermogen/gewicht
relatie wordt gezocht, is het aanbevolen om enkel voor een 2 of meer p batterij te kiezen indien de gevraagde stroom te hoog is (of de limiet
benadert) voor een 1p batterij.
•
"C" is een stroom (in A) die wordt berekend door de capaciteit (in mAh) te delen door 1000. Laad- en ontlaadstromen worden uitgedrukt in
veelvouden van C (vb 1C of 20C)
Vb 1: Een batterij (2500 mAh, 20C ontlaadstroom, 1C laadstroom). C = 2500/1000 = 2,5 A.
De ontlaadstroom bedraagt 20C = 20 x 2,5 A = 50 A. De laadstroom bedraagt 1C = 1 x 2,5 = 2.5 A.
Vb 2: Een batterij (800mAh, 30C piekstroom, 2C laadstroom). C = 800/1000 = 0,8 A.
De piekstroom bedraagt 30C = 30 x 0,8 A = 24 A. De laadstroom bedraagt 2C = 2 x 0,8 A = 1,6 A
Een hoge C waarde duidt erop dat de batterij hoge ontlaadstromen toelaat. De C waarde (meestal 20C) moet echter beschouwd worden als de
maximumwaarde voor de batterij beschadigd raakt. Net zoals een auto die continu met een maximum toerental rijdt, is een continue belasting
van een Lithium Polymeer batterij met maximum C geen goede toepassing. De batterij zal na verloop van tijd onvermijdelijk schade oplopen.
•
3,7V is het nominale voltage van een individuele Lithium Polymeer cel. Het effectieve voltage kan variëren tussen 4,2 V (volledig geladen) en 3,0
V (minimum toegelaten spanning bij ontlading).
•
4,25V is het absoluut maximale voltage per individuele cel, laden tot een nog hogere spanning is zeer gevaarlijk. 3,0V is het absoluut minimale
voltage per individuele cel, wanneer de cel belast blijft bij dit voltage zal ze oververhitten en schade oplopen
•
Tijdens het instellen van de laadparameters is vooral het aantal individuele cellen in serie ('s') belangrijk. Een 3s..p moet geladen worden als een
"3 cellen" Lithium Polymeer (Li-Po) batterij, ook aangeduid als 11,1V batterij (3 x 3,7V) In normale omstandigheden moet de laadstroom beperkt
worden tot maximaal 1C (vb een 5000 mAh laden met 5 A).
•
De nieuwe 20C batterijen kunnen geladen worden met 2C voor de eerste 90% van de totale capaciteit mits supervisie en een geschikte lader.
Algemeen wordt 1C gezien als de maximale laadstroom.
24 •