Installeren van het systeem
Aansluiten op het stroomnet
Sluit het netsnoer aan op de voedingsingang van de
1.
L1 Pro.
2.
Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een
stopcontact.
Opmerking: Schakel het systeem pas in nadat de bronnen
zijn aangesloten. Zie Bronnen aansluiten hieronder.
3. Druk op de stand-byknop. De led brandt wit wanneer
het systeem is ingeschakeld.
Opmerking: Houd de stand-byknop 10 seconden ingedrukt
om de fabrieksinstellingen van het systeem te herstellen.
Automatisch uitschakelen/energiebesparende
stand-bymodus
Na vier uur inactiviteit schakelt de L1 Pro over naar de
modus voor automatisch uitschakelen/energiebesparende
stand-by om energie te besparen. Druk op de
stand-byknop om het systeem uit de modus voor
automatisch uitschakelen/energiebesparende stand-by te halen.
Opmerking: U schakelt de modus voor automatisch uitschakelen/energiebesparende stand-by uit door alle drie de
kanaalparameterknoppen 10 seconden ingedrukt te houden of via de instellingenpagina van de Bose-app. U schakelt de
modus voor automatisch uitschakelen/energiebesparende stand-by weer in door deze stap te herhalen. Uitschakelen van
de modus voor automatisch uitschakelen/energiebesparende stand-by resulteert in een hoger energieverbruik wanneer de
L1 Pro niet wordt gebruikt.
Bronnen aansluiten
Kanaal 1- en 2-knoppen
Kanaal 1 en 2 zijn bestemd voor microfoons, gitaren, keyboards of andere
instrumenten. De kanaalingangen zijn geschikt voor uiteenlopende kabels en
verzorgen de juiste versterkingsstaging om bijgeluiden te minimaliseren wanneer
het kanaalvolume is ingesteld op het gewenste niveau.
1.
Sluit uw geluidsbron aan op de kanaalingang met de juiste kabel.
2.
Pas een ToneMatch-preset toe om het geluid van uw microfoon of instrument
te optimaliseren: druk op de ToneMatch-kanaalknop totdat de led van de
gekozen preset brandt. Gebruik MIC voor microfoons en INST voor akoestische
gitaren en andere instrumenten. Gebruik OFF als u geen preset wilt toepassen.
Opmerking: Gebruik de Bose-app om aangepaste presets uit de ToneMatch-
bibliotheek te kiezen. De bijbehorende led brandt groen wanneer een
aangepaste preset wordt geselecteerd.
3. Druk op de kanaalparameterknop om een parameter te kiezen die u wilt
aanpassen. De parameternaam brandt wit zolang de parameter is geselecteerd.
Draai aan de kanaalparameterknop om het niveau van de geselecteerde
4.
parameter in te stellen. De parameter-led geeft het niveau van de
geselecteerde parameter aan.
Opmerking: Houd terwijl Reverb is geselecteerd de knop twee seconden
ingedrukt om de reverb te dempen. Wanneer de reverb is gedempt, knippert
Reverb wit. Als u het dempen van de reverb wilt opheffen, houdt u de knop
twee seconden ingedrukt terwijl Reverb is geselecteerd. Het dempen van de
reverb wordt gereset wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
8 • Dutch
q
w
q
L1 Pro8/Pro16 draagbaar line array-systeem • Gebruikershandleiding
GLOBAL.BOSE.COM
e
INPUT
MIC
w
INST
OFF
VOLUME
e
T T R R EB
EBL L E E
BAS S S S
BA
R R E E V V E E R R B B
VOLUME
r
T T R R EB
EBL L E E
BAS S S S
BA
R R E E V V E E R R B B