3. Bepaal de montagegaten aan de hand van de montageplaat [1].
Boor de gaten.
4. Haal de voeding- en videokabel [9] door een van de
kabelgleuven [8] en bevestig de montageplaat [1] aan het
plafond of de muur.
5. Plaats nu de lensbehuizing [4] in de ring [3] en schuif de
bevestigingsring [2] over beide. Richt de camera naar de
bewakingszone en schroef de bevestigingsring [2] op de
montageplaat [1].
6. Sluit de videokabel [A] aan een monitor (niet meegelev.) of aan
een splitter (niet meegelev.) indien u verscheidene camera's
wenst te gebruiken.
7. Sluit de voedingskabel [B] aan een voeding van 12 VDC (niet
meegeleverd).
7.
OSD-instellingen
Instelknoppen
Met een kleine joystick in de camerakabel kunt u de camera-
instellingen via een instelmenu (OSD) regelen.
Het OSD-menu:
NEXT/BACK: selecteer deze optie en druk op de knop om naar de
volgende/vorige pagina met menuopties te gaan.
RETURN: selecteer deze optie en druk op de knop om naar het
vorige niveau in het menu terug te keren.
EXIT: selecteer deze optie en druk op de knop om het OSD-menu
te verlaten zonder de instellingen op te slaan.
SAVE&EXIT: selecteer deze optie en druk op de knop om alle
instellingen op te slaan.
LOAD DEFAULT: selecteer deze optie en druk op de middelste
knop om de camera terug te zetten naar de fabrieksinstellingen.
SOFT VERSION: het versienummer van de camerasoftware
weergeven.
V. 01 – 17/06/2014
CAMCOLD25
Houd de knop gedurende ± 2 seconden
ingedrukt om het menu te openen, of druk
kort om een optie te selecteren.
Druk op de knop omhoog/omlaag om naar
boven en beneden te scrollen in het menu.
Druk op de knop links/rechts om de menu-
instellingen te wijzigen.
14
©Velleman nv