• De stof-/spaanderopvangzak (17) kan worden aangesloten op
de stof-/spaanderafzuigpoort aan de zijkant (2) (afb. XI).
WAARSCHUWING: Verwijder NOOIT obstakels uit de stof-/
spaanderafzuigpoort terwijl de messen en messentrommel
draaien. Koppel het gereedschap altijd los van de voeding voordat
u obstakels verwijdert.
Gebruik
AAN- en UIT-schakelen
WAARSCHUWING: Controleer voordat u het gereedschap op
het stopcontact aansluit altijd of de AAN-/UIT-trekkerschakelaar (3)
en vergrendelknop (4) correct werken.
1. Sluit het netsnoer (6) aan op het stroomnet.
2. Om IN te schakelen drukt u de vergrendelknop (4) in en knijpt u
tegelijkertijd in de AAN-/UIT-trekkerschakelaar (3).
Opmerking: De vergrendelknop kan worden vrijgegeven zodra de
schaafmachine draait.
3. Om UIT te schakelen, laat u de AAN-/UIT-trekkerschakelaar los.
WAARSCHUWING: De schaafmessen blijven enige tijd draaien
nadat de schaafmachine is uitgeschakeld. Wacht tot de motor
volledig is gestopt voordat u het gereedschap neerzet om schade
aan de schaafmessen of het werkstukoppervlak te voorkomen. Als
u de schaafmachine op zijn kant wilt laten rusten, laat hem dan
niet op de zijkant rusten met de ventilatieopeningen, omdat deze
voorkomen dat stof of spaanders in de motor terechtkomen.
Als de schaafmachine voor een korte periode niet wordt gebruikt,
zet de draaiknop diepteafstelling (1) op de positie '0' en laat de
voorkant van het vlak op een blok hout rusten om de basis vrij van
het oppervlak te houden. Zorg ervoor dat de achterste parkeersteun
(7) naar beneden is geklapt om de messen te beschermen.
Schaven
WAARSCHUWING: Te snel verplaatsen van het gereedschap
kan een slechte kwaliteitssnede veroorzaken en kan de messen of
de motor beschadigen. Te langzaam bewegen van het gereedschap
kan de snede verbranden of ontsieren. De juiste toevoersnelheid
hangt af van het type materiaal dat wordt gesneden en de diepte
van de snede. Oefen eerst op een stuk schrootmateriaal om de
juiste beweging te meten.
WAARSCHUWING: Gebruik altijd twee handen om de
schaafmachine vast te houden.
WAARSCHUWING: Klem het werkstuk waar mogelijk vast aan
een werkbank.
1. Laat de voorkant van de schaafmachine op het werkstuk rusten,
zodat de messen (12) niet in contact komen met het werkstuk.
2. Schakel het gereedschap IN en wacht tot de messen op volle
snelheid zijn.
3. Beweeg de schaafmachine voorzichtig naar voren, oefen druk
uit op de voorkant van het gereedschap aan het begin van het
schaven en druk aan de achterkant van het gereedschap tegen
NL
EN
het einde van de schaafslag.
4. Duw de schaafmachine voorbij de rand van het werkstuk zonder
hem naar beneden te kantelen.
Opmerking: Schaven is gemakkelijker als u het werkstuk iets van
u afhoudt, zodat u 'omlaag' schaaft.
20
20
5. De schaafsnelheid en de snijdiepte bepalen de kwaliteit van de
afwerking. Voor ruw snijden kunt u de snijdiepte vergroten; om
een goede afwerking te bereiken, moet u echter de snijdiepte
verminderen en het gereedschap langzamer bewegen.
6. Til het gereedschap van het werkstuk voordat u de AAN-/UIT-
trekkerschakelaar loslaat en het apparaat uitschakelt.
7. Laat tussendoor de schaafmachine op een vlak oppervlak rusten
op de achterste parkeersteun (7) om de schaafmachine te
ondersteunen, zodat de messen vrij blijven van het oppervlak
van het werkstuk.
Afschuinen
1. Om een afgeschuinde snede te maken (afb. XII), lijn de vereiste
maat 'V' schuine groef (15) uit in de voorste basis van de
schaafmachine met de hoekrand van het werkstuk.
Opmerking: Gebruik de kleinere 'V' schuine groef voor een
ondieper afschuining en de grotere groef voor een diepere
afschuining
2. Schakel de schaafmachine IN en beweeg de schaafmachine
langs de hoekrand.
BELANGRIJK: Test altijd eerst op een schrootstuk.
Til het gereedschap van het werkstuk voordat u de AAN-/UIT-
trekkerschakelaar loslaat en het apparaat uitschakelt.
Accessoires
• Een reeks accessoires en verbruiksartikelen, waaronder messen,
extra klemmen en persoonlijke beschermingsmiddelen, is
verkrijgbaar bij uw Triton dealer.
• Reserveonderdelen zijn te koop bij uw Triton dealer of online op
www.toolsparesonline.com
Onderhoud
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en dat de stekker uit de voeding is verwijderd
voordat u aanpassingen of onderhoudsprocedures uitvoert.
Algemene inspectie
• Controleer regelmatig of alle bouten goed zijn aangedraaid.
Door vibratie kunnen ze na enige tijd los gaan zitten.
• Inspecteer het stroomsnoer voor elk gebruik op slijtage en
beschadiging. Dit geld tevens voor verlengsnoeren, gebruikt
met de machine.
• Laat het stroomsnoer wanneer nodig door de fabrikant
vervangen, om de kans op veiligheidsgevaren en persoonlijk
letsel te voorkomen.
Vervanging van de aandrijfriem
• Het wordt aanbevolen om leren handschoenen te dragen bij
het verwisselen van de riem, in het geval van handen die in
contact komen met de messen.
1. Om de aandrijfriem (18) te vervangen, verwijdert u de drie
kruiskopschroeven die de aandrijfriemafdekking vastzetten (9).
2. Verwijder de beschadigde/versleten riem en gebruik een zachte
borstel om de poelies en de omgeving schoon te maken.
Opmerking: Draag oogbescherming bij het schoonmaken van het
poeliegebied.
3. Plaats de nieuwe riem over de onderste poelie. Monteer het
andere uiteinde van de riem op de bovenste poelie en rol de
riem op zijn plaats terwijl u de poelie draait.