Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
1. CONTINUSNELHEID KIEZEN (0, 6, 9 or 12 l/s)
Hiermee wordt de snelheid bepaald die de ventilator normaal gesproken heeft, behalve wanneer
de versnelling wordt geactiveerd door het trekkoord, PIR, LS of de relatieve vochtigheidssensor.
i.
Schuif een van de drie schakelaars gemarkeerd met 'Normaal/Continusnelheid' in fig. 7
naar rechts (aan-positie) om het debiet voor continusnelheid te kiezen.
ii.
Als alle 3 de schakelaars naar links worden gezet (uit-posities) is de optie voor
continubedrijf uitgeschakeld (d.w.z. de ventilator is normaal gesproken uit en schakelt
alleen in als het trekkoord, PIR, LS of relatieve vochtigheidssensor wordt geactiveerd).
2. SNELHEIDSBEVORDERING KIEZEN (15, 30 or 60 l/s)
Hier wordt de snelheid van de ventilator bepaald als deze wordt geactiveerd door het trekkoord, PIR, LS of de
relatieve vochtigheidssensor (let op: de % RV-snelheidsbevordering is 50% van de ingestelde debietbevordering
- zie sectie Relatieve Vochtigheid aanpassing hieronder).
i.
Schuif een van de drie schakelaars gemarkeerd met 'Snelheidsbevordering' in fig. 7 naar rechts
(aan-positie) om het debiet voor snelheidsbevordering te kiezen.
3. TIMER AANPASSING
De uitlooptijdperiode is de tijd dat de ventilator op snelheid blijft draaien nadat de LS-verbinding is uitgeschakeld of
de PIR (alleen Quadra TM) ophoudt met het registreren van beweging. De uitlooptimer is af fabriek ingesteld op
ongeveer 15 minuten. Deze uitlooptijdperiode kan tussen ongeveer 1 - 30 minuten worden aangepast via de
verstelinrichting op de bedienings-PCB (fig. 4 & 7).
i.
Om de bedrijfstijd te VERKORTEN draait u de regelaar LINKSOM.
ii.
Om de bedrijfstijd te VERLENGEN draait u de regelaar RECHTSOM.
4. RELATIEVE VOCHTIGHEID AANPASSING (alleen model HTP)
De relatieve vochtigheid (RV) van de ventilator wordt af fabriek zo ingesteld dat de ventilator op ongeveer 72%
RV aanspringt. De ventilator verhoogt het debiet proportioneel met de % RV tot 50% van de ingestelde snelheid.
Wanneer continubedrijf is geselecteerd, verhoogt de ventilator het debiet vanaf de ingestelde continusnelheid tot
50% van de ingestelde waarde.
i.
Om de instelling te VERLAGEN moet de vochtigheidsregelaar (fig. 4 & 7) LINKSOM worden
gedraaid. Hierdoor wordt de ventilator gevoeliger voor RV, d.w.z. de ventilator slaat bij een lager
RV% aan.
ii.
Om de instelling te VERHOGEN moet de vochtigheidsregelaar (fig. 4 & 7) RECHTSOM worden
gedraaid. Hierdoor wordt de ventilator minder gevoelig voor RV, d.w.z. de ventilator slaat bij een
hoger RV% aan.
C. BEDRADING.
WAARSCHUWING: DE VENTILATOR EN ONDERSTEUNENDE
CONTROLEAPPARATUUR MOETEN GEÏSOLEERD WORDEN VAN DE
STROOMVOORZIENING TIJDENS DE INSTALLATIE OF HET ONDERHOUD.
Gebruik 0,75 mm
1.
Kies het juiste aansluitschema in en volg dit op (fig. 9 & 10).
2.
Aanvullende controlemiddelen, zoals in de ruimte geïnstalleerde hygrostaten, trekkoorden, PIR-sensors en
normaal/bevorderingsschakelaars, kunnen worden verbonden met de LS-verbinding in plaats van met het
verlichtingscircuit in fig. 10 om te zorgen dat de ventilator sneller draait. Deze toebehoren moeten een
actieve 240V 50Hz verbinding activeren wanneer versnelling gewenst is.
3.
Gebruik de meegeleverde kabelklem.
4.
Controleer of alle verbindingen juist zijn aangesloten en dat alle klemmen goed vast zitten.
2
kabel
NL
Publicité
