NL
7.
Schuif de aansluiting voorzichtig in de muurdoorvoer, waarbij het chassis van de ventilator
als sjabloon wordt gebruikt, en markeer de bevestigingsgaten op de wand.
8.
Boor de gaten en plaats de pluggen met behulp van de meegeleverde bevestigingen.
9.
Voer tegelijkertijd de bedrading door het gat naast de aansluitdoos (fig. 4) en bevestig de
ventilator met behulp van de meegeleverde schroeven.
10. Kies het juiste aansluitschema in sectie C en volg dit op.
11. Plaats de interne afdekking weer over de aansluitdoos.
12. Controleer dat de waaier (fig. 3) vrij draait.
13. Plaats de afdekking aan de voorkant terug en draai de twee schroeven vast.
14. Schakel de netvoeding in en controleer of de ventilator correct draait.
VERZONKEN MONTAGE (PANEEL/PLAFOND)
Hiervoor is een een montagekit voor verzonken montage nodig (BE 1009000075 NL/DE
8000000020).
1.
Verwijder de voorkant door de 2 schroeven 2 slagen losser te draaien (fig. 2). Haal de
voorkant eerst aan de onderkant los en daarna aan de bovenkant.
2.
Markeer en maak een rechthoekige opening van225 mm (b) x 255 mm (h) door het paneel,
zodat er voldoende plaats is het product te installeren en dat de optionele filter (fig. 3) kan
worden verwijderd voor reiniging.
3.
Verwijder de achterkap door de 4 schroeven te verwijderen. Vervang het met het frame uit de
toebehorenkit BE 1009000075 NL/DE 8000000020. (Fig 5).
4.
Schuif alle paneelclips in het chassis, voer de lange paneelclipschroeven (meegeleverd in de
kit) dan volledig door de flens van het chassis en schroef ze vast in de paneelclips (fig. 6) .
Zorg dat de ruimte tussen de paneelclip en de flens voldoende is voor het paneel (zodat de
clips achter het paneel open kunnen klappen).
5.
Stel de benodigde snelheid en andere functies in zoals beschreven in sectie B.
6.
Verwijder de interne afdekking die de aansluitdoos rechtsboven bedekt (fig. 3 & 4).
7.
Bevestig de kanalen aan de aansluitingen en plaats het in het gat in het paneel. Zorg ervoor
dat de kabel in het ventilatorchassis (fig. 4) wordt gevoerd en de paneelclips achter het paneel
openspringen.
8.
Zorg dat hij goed vast zit door de 4 paneelclipschroeven goed aan te draaien. BELANGRIJK:
Wanneer elektrisch gereedschap wordt gebruikt, laat dit dan zo langzaam mogelijk
draaien, beter is een handmatige schroevendraaier te gebruiken. Niet te vast draaien.
9.
Kies het juiste aansluitschema in sectie C en volg dit op.
10. Plaats de interne afdekking weer over de aansluitdoos.
11. Controleer dat de waaier vrij draait.(fig 3).
12. Plaats de afdekking aan de voorkant terug en draai de twee schroeven vast.
13. Schakel de netvoeding in en controleer of de ventilator correct draait.
B. INSTELLING
WAARSCHUWING: DE VENTILATOR EN ONDERSTEUNENDE
CONTROLEAPPARATUUR MOETEN GEÏSOLEERD WORDEN VAN DE
STROOMVOORZIENING TIJDENS DE INSTALLATIE OF HET ONDERHOUD.
BELANGRIJK
Wanneer de ventilator voor de eerste keer wordt opgestart, initialiseert hij.
Bij TP, HTP & TM modellen schakelt de ventilator in en uit tijdens dit
proces (inclusief de led)
Dit proces duurt ongeveer 2 minuten, daarna draait de ventilator normaal.
Wanneer de afdekking wordt verwijderd, zijn de schakelaars voor het aanpassen van de
vochtigheid, uitlooptimer, snelheidsselectie en installatietype bereikbaar in de rechter onderhoek
van het product (fig. 4 & 7).