*
Te veel lawaai.
*
*
De compressor werkt zeer
*
lang achter elkaar of
*
de temperatuur bereikt de
*
ingestelde waarde niet.
*
*
*
Voedsel is uitgedroogd
* Voedsel is niet goed afgedekt of verpakt
Vreemde geuren
*
*
*
De temperatuurknop staat op stand 0.
Ongelijke plaatsing
Contact tussen de koelkast en een muur of ander voorwerp
Eerste gebruik
Te veel voedsel bewaard
De deur is zeer vaak geopend bij warm weer
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld
De koelkast staat in direct zonlicht, of dichtbij een warmtebron
Slechte ventilatie of vuil op de condensor
Voedsel is niet goed verpakt
Rottend voedsel in de koelkast
De koelkast moet schoongemaakt worden. Zie "Reiniging"