NL
BE
2. Om de accu's (16) uit het apparaat te
verwijderen, drukt u op de ontgrendel-
knop (
16a) van de accu's en trekt u
ze eruit.
Bediening
Start de kettingzaag pas als het
zwaard, de ketting en de ketting-
wielbescherming juist gemonteerd
zijn.Let bij het starten op een stabie-
le houding. Wees er zeker van voor
het starten dat de elektrische ketting-
zaag geen voorwerpen raakt.
Opgelet! De zaag kan olie verlie-
zen, zie Ingebruikname.
Starten
Het apparaat kan slechts met twee
geplaatste accu's van de reeks
X 20 V Team van Parkside gebruikt
worden.
1. Plaats evt. de accu's (16) in het appa-
raat (zie „Accu plaatsen/verwijderen").
2. Kontroleer voor het starten
- of er genoeg olie in de tank is, vul
anders olie bij (zie "Kettingolie bij-
vullen")
- laadtoestand van de accu.
3. Ontgrendel de kettingrem door de rem-
hendel (5) tegen het voorste handvat
(4) te drukken.
4. Houdt de akku-kettingzaag goed met
beide handen vast, met de rechter
hand aan het achterste (1) en met de
linker hand aan het voorste handvat
(4). Duimen en vingers moeten de
handvaten goed omsluiten.
5. Druk eerst op de toets voor laadto-
estandindicatie (
paraat te activeren.
116
26), om het ap-
6. Voor het inschakelen, schuift u met de
rechterduim de inschakelblokkering (3)
naar voren en drukt u op de aan-/uit-
knop (2). Laat de inschakelblokkering
(3) weer los.
7. De motorzaag stopt als u de aan- en
uitschakelaar (2) weer loslaat. Een
continu-schakeling is niet mogelijk.
Indicator overbelasting
Bij overbelasting knipperen de rode en
gele leds van de laadtoestand indicator (
24).
Laadstatusindicator
Druk op de knop van de laadindica-
tor (
26).
De LED's op het bedieningspaneel bran-
den.
De laadstatus van de accu's wordt aange-
geven door de overeenkomstige LED-lamp-
jes op de laadstatusindicator (
Drie LED's branden (rood, oranje en groen):
accu geladen
Twee LED's branden (rood en oranje):
accu gedeeltelijk geladen
Eén LED brandt (rood):
accu moet worden geladen
Kettingsnelheid
veranderen
Door op de selectieknop voor de kettings-
nelheid (27) te drukken, kunt u wisselen
tussen kettingsnelheden van 15 en 20 m/s.
U kunt zien met welke kettingsnelheid het
apparaat momenteel werkt door het oplich-
ten van de niveaus 1 of 2 van de kettings-
nelheidsindicator (25).
Niveau 1: 15 m/s
24).
Niveau 2: 20 m/s