LET OP
◆ Haal in geen geval de zendontvanger uit elkaar en breng geen wijzigingen aan.
◆ Plaats in een rijdend voertuig de zendontvanger niet op of dichtbij airbags. Bij het opblazen van de airbag kan de ontvanger
gelanceerd worden en de bestuurder of passagiers raken.
◆ Ga niet zenden terwijl u het antenne-uiteinde aanraakt of als enige metalen delen door de antennebedekking zichtbaar zijn. Zenden
op deze manier kan ernstige brandwonden veroorzaken.
◆ Als er een abnormale lucht of rook komt van de zendontvanger, schakel dan onmiddellijk de zendontvanger uit, verwijder de
batterij, en neem contact op met uw KENWOOD-dealer.
◆ Gebruik van de zendontvanger tijdens het rijden kan in strijd met de verkeersregels zijn. Controleer en volg de bestaande
verkeersregels.
◆ Stel de zendontvanger niet bloot aan extreem hete of koude omstandigheden.
◆ Ondersteun de batterij (of batterijhouder) niet met metalen voorwerpen omdat deze de batterijpolen kunnen kortsluiten.
◆ Er bestaat gevaar voor ontploffing als de batterij verkeerd wordt geplaatst. Vervang de batterij alleen met hetzelfde type.
◆ Bij het vastmaken van een in de handel verkrijgbare draagriem, moet u ervoor zorgen dat de draagriem duurzaam is. Bovendien
mag u de zendontvanger niet rondslingeren aan de draagriem; u kunt per ongeluk iemand raken en verwonden met de
zendontvanger.
◆ Als een in de handel verkrijgbare halsriem wordt gebruikt, zorg er dan voor dat de riem niet verstrikt raakt in de nabijgelegen
machine.
◆ Wanneer u de zendontvanger in ruimtes gebruikt met droge lucht, wordt er gemakkelijk statische elektriciteit opgebouwd. Wanneer
u de hoofdtelefoon in dergelijke omstandigheden gebruikt, kan de zendontvanger mogelijk een elektrische schok veroorzaken en
deze door uw hoofdtelefoon en naar uw oor zenden. In deze omstandigheden bevelen wij aan om alleen een luidspreker/microfoon
te gebruiken om elektrische schokken te voorkomen.
◆ Stel de zendontvanger niet gedurende lange perioden bloot aan direct zonlicht en plaats hem nooit dicht bij verwarmingsapparaten.
INFORMATIE OVER DE BATTERIJ
De Li-ion-batterij bevat ontvlambare substanties zoals organische oplosmiddelen. Verkeerd gebruik van de batterij kan
leiden tot breuk van de batterij, waardoor brandgevaar of hoge temperaturen, verslechtering van de prestatie of andere
beschadigingen kunnen optreden. Houd u zich aan de volgende waarschuwingen.
GEVAAR
◆ De batterij niet uit elkaar halen of anders samenstellen.
◆ De batterij niet kortsluiten.
◆ De batterij niet verbranden of blootstellen aan hitte.
◆ De batterij niet gebruiken of plaatsen in de buurt van vuur, kachels of andere warmtebronnen (ruimtes met temperaturen van meer
dan 80°C/ 176°F).
◆ Ieder contact van de batterij met water of vocht vermijden.
◆ De batterij niet opladen in de buurt van vuur of in direct zonlicht.
◆ Alleen de gespecificeerde lader gebruiken en neem de oplaadvereisten in acht.
◆ De batterij met geen enkel voorwerp doorsteken, slaan of erop staan.
◆ De batterij niet schokken en er niet mee gooien.
◆ De batterij niet gebruiken als deze is beschadigd.
◆ Niet direct op de batterij solderen.
◆ De polariteit (en polen) van de batterij niet omkeren.
◆ De batterij niet omgekeerd laden of aansluiten.
◆ Een gebroken en lekkende batterij niet aanraken. Laden van een omgekeerde batterij kan leiden tot abnormale chemische reacties.
In sommige gevallen kan een onverwacht grote hoeveelheid stroom vrijkomen bij ontlading. Er kan hitte- of rookvorming, breuk of
brand bij de batterij ontstaan.
WAARSCHUWING
◆ De batterij niet langer opladen dan de gespecificeerde duur.
◆ De batterij niet in een magnetron of hogedrukhouder plaatsen.
◆ Gebroken en lekkende batterijen uit de buurt van vuur houden.
◆ Geen afwijkende batterij gebruiken.
2
< PO_NOTICE >