5.10 Instellicht
Bij het instellicht gaat het om een stroboscopisch flitslicht met hoge frequentie.
Bij een tijdsduur van ong. 2 s. ontstaat de indruk van continulicht. Met het in-
stellicht kunnen lichtverdeling en schaduwvorming reeds voorafgaand aan de
opname worden beoordeeld.
Inschakelen van de instellichtfunctie
• Druk zo vaak op de toetscombinatie 'Select' ( = 'Mode'-toets + 'Zoom'-
toets) dat de aanduiding dat de flitser opgeladen is snel (ong. 4 keer per
seconde) knippert;
• druk zo vaak op de 'Mode'- of de 'Zoom'-toets dat in het LC-display 'ON'
knippert;
• de instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 s. keert het LC-dis-
play weer naar de normale weergave terug;
• op de flitser knippert aansluitend de aanduiding dat de flitser is opgeladen
ong. 1 keer per seconde. Hiermee wordt aangegeven, dat de instelllicht-
functie geactiveerd is.
Door op de ontspanknop van de flitser te drukken wordt het instellicht ontsto-
ken.
Het ontsteken van het instellicht door slave-flitsers in het draadloos Metz-
Remote-systeem wordt niet ondersteund.
Uitschakelen van de instellichtfunctie
• Druk zo vaak op de toetscombinatie 'Select'( = 'Mode'-toets + 'Zoom'-
toets) dat de aanduiding dat de flitser opgeladen is snel (ong. 4 keer per
seconde) knippert;
• druk zo vaak op de 'Mode'- of de 'Zoom'-toets dat in het LC-display 'OFF' knippert;
• de instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 s. keert het LC-dis-
play weer naar de normale weergave terug;
• op de flitser licht aansluitend de aanduiding dat de flitser is opgeladen
weer continu op. Hiermee wordt aangegeven, dat de instelllichtfunctie ge-
activeerd is.
64
Door op de ontspanknop van de flitser te drukken wordt een proefflits ontsto-
ken.
5.11 Terug naar de basisinstellingen
De flitser kan door gedurende minstens drie seconden lang op de toets
'Mode' te drukken in zijn basisinstellingen worden teruggezet.
De volgende instellingen worden teruggezet:
• De flitsfunctie 'TTL'.
• De automatische uitschakeling van het apparaat 'Auto-Off' wordt geacti-
veerd (3 m On).
• De automatische zoomfunctie 'Auto-Zoom'.
• De extended-zoonfunctie 'Ex' wordt gewist.
• De instelllichtfunctie wordt gewist.
• Een correctiewaarde op de flitsbelichting wordt gewist.
• De REAR-instelling op de flitser wordt gewist.
5.12 Automatisch flitsen / Ontsteeksturing
(AUTO-FLASH)
Als er voldoende omgevingslicht is voor een belichting in de normale modus,
dan verhindert de camera dat de flitser een flits ontsteekt. Bij het bedienen
van de ontspanner van de camera wordt geen flits afgevuurd. De ontsteek-
sturing werkt bij verschillende camera's alleen in de functie 'automatisch
geprogrammeerd' flitsen of Program 'P' c.q. moet op de camera worden
geactiveerd (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).