STORINGEN
Symtoom
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Nadat u een kookzone heeft
ingeschakeld blijft de display
knipperen. Er verschijnt een
pan detectie symbool ( U ) in
het display.
Een kookzone stopt plotseling
met de werking en er klinkt een
signaal.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets op de display.
Bij het inschakelen van de
kookplaat slaat de zekering
van de installatie door.
Foutcode ER03.
Foutcode E3.
Foutcode E2.
Foutcode E6.
Bij gebruik van alle 4
kookzones op een hoog
vermogen slaat de zekering in
de installatie door.
Zone(s) werken niet of worden
niet voldoende heet
Overige foutcodes.
Mogelijke oorzaak
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie
van de kookplaat naar de
kookpan.
De gebruikte kookpan is
niet geschikt voor koken op
inductie of heeft een diameter
kleiner dan 12 cm.
De ingestelde timertijd is
voorbij.
Geen stroomtoevoer door
defecte voeding of foutieve
aansluiting.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Het bedieningspaneel is
vervuild of er ligt water op.
Verkeerde pan gebruikt.
Toestel oververhit.
Spanning te hoog en/of niet
goed aangesloten.
Toestel is niet (softwarematig)
ingesteld op "Lo".
Toestel is op 1 fase/16A
aangesloten en insteld op
"Lo".
Generator defect.
Oplossing
Bij een hoge kookstand is
dit normaal bij bepaalde
pannen. Dit is niet
schadelijk voor de pannen
of de kookplaat.
Gebruik een goede pan.
Schakel het signaal uit
door op een willekeurige
toets te drukken.
Controleer de zekering of
de elektrische schakelaar
(bij een toestel zonder
stekker).
Controleer de elektrische
aansluiting.
Bedieningspaneel schoon-
maken.
Gebruik een geschikte pan
voor inductiekoken.
Het toestel laten afkoelen
en opnieuw beginnen met
koken.
Laat uw aansluiting
wijzigen.
Stel het toestel in op "Lo"
(vermogensbegrenzer). Zie
'Toestel instellen op 'Lo'.
De ingebouwde
vermogensbegrenzer
van het toestel begrenst
het maximaal tegelijk te
gebruiken vermogen.
Neem contact op met de
servicedienst.
NL 15