Eisen voor de haardombouw
De haardombouw moet van onbrandbaar materiaal zijn
gemaakt.
Let op: de gehele achtermuur binnen de ombouw en andere
naastgelegen gebieden waarin brandbare materialen zijn
gebruikt, moeten met isolatie/brandmuren worden afgedekt.
Als de haardkap tot aan het plafond wordt opgebouwd en het
plafond uit brandbaar materiaal bestaat, moet u boven de
verbrandingskamer en boven de openingen van de kap extra
panelen monteren om te voorkomen dat het plafond heet
wordt.
Gebruik bijvoorbeeld:
Steenwol van 100 mm dik op een stalen plaat van min. 0,9 mm.
Zorg voor voldoende ventilatie aan de bovenkant van de haardkap
– bijv. een tussenruimte in de richting van het plafond of een
opening van ongeveer 5 cm
NB! Vergeet niet dat de installatie moet kunnen worden geveegd
en gecontroleerd.
3.3 Luchttoevoer (fig. 2)
Er moet lucht tussen het element en het metselwerk stromen.
Bovendien is een onbelemmerde luchttoevoer naar de
luchtopeningen aan de boven- en onderkant van het element
van groot belang.
De in de tekst gespecificeerde luchtinlaten zijn minimumeisen.
Benodigde gecirculeerde lucht:
Basis:
Minimaal 500 cm
Boven:
Minimaal 750 cm
Dit moet ervoor zorgen dat de warmteopbouw binnen de
ombouw niet te groot wordt en dat de warmteafgifte in de
ruimte goed is.
Als het gebouw slecht geventileerd is, moet de ruimte worden
voorzien van een extra toevoer van frisse lucht. Dit kan door
middel van openingen of een apart kanaal.
Het kanaal voor frisse lucht moet zo recht mogelijk zijn. Kanalen
in de ruimte waar de kachel wordt geïnstalleerd, moeten gemaakt
zijn van onbrandbaar materiaal.
Het product kan worden voorzien van externe lucht (een set voor
externe luchtaansluiting is als optie verkrijgbaar).
3.4 Plafond
U kunt de Jøtul I 400 met de bovenste rand van de heteluchtopening
op een afstand van minimaal 350 mm van een plafond van
onbrandbaar materiaal monteren.
3.5 Schoorsteen en kachelpijp
•
De kachel kan worden aangesloten op een schoorsteen
en kachelpijp die zijn goedgekeurd voor haarden op vaste
brandstof met rookgastemperaturen zoals gespecificeerd in
"2.0 Technische gegevens".
•
De doorsnede van de schoorsteen moet minimaal gelijk zijn
aan de kachelpijp. Gebruik "2.0 Technische gegevens" om de
juiste doorsnede van de schoorsteen te berekenen.
•
Als de doorsnede van de schoorsteen groot genoeg is,
kunnen er meerdere kachels op vaste brandstof op dezelfde
schoorsteen worden aangesloten.
2
(fig. 2 ).
2
vrije opening.
2
vrije opening.
•
De aansluiting op de schoorsteen moet voldoen aan de
installatie-instructies van de schoorsteenleverancier.
•
Voordat u een opening in de schoorsteen maakt, moet de
kachel als proef worden geplaatst om de juiste positie ten
opzichte van de schoorsteen te kunnen markeren. Zie fig. 1
voor de minimale afmetingen.
•
Zorg dat de kachelpijp omhoog in de richting van de
schoorsteen wijst.
•
Gebruik een kachelpijpbocht met een veegluik, zodat de pijp
kan worden geveegd.
Let op: het is zeer belangrijk dat de aansluitingen enigszins
flexibel zijn. Zo voorkomt u dat kleine verplaatsingen tijdens de
installatie tot vervorming of barsten leiden.
NB! Voor het goed functioneren van het product is een juiste en
luchtdichte aansluiting van zeer groot belang.
Gewicht mag niet van de haardconstructie naar de schoorsteen
worden overgebracht. De haardconstructie mag het bewegen van
de schoorsteen niet hinderen en de constructie mag niet aan de
schoorsteen worden verankerd.
Voor de aanbevolen schoorsteentrek, zie "2.0 Technische
gegevens". Als de trek te sterk is, moet u dit verhelpen. Monteer
bijv. een demper in de kachelpijp om de trek te verminderen.
3.6 Voorafgaand aan de installatie
Controleer voordat u met de installatie begint of het haardelement
onbeschadigd is.
1. Het standaardproduct zit in één verpakking.
2. Als u het product hebt uitgepakt, pakt u de doos met de
rookkap, de blokhouder,, de pakking en de zak met schroeven
uit de verbrandingskamer. Verwijder vervolgens het
luchtkanaal (fig. 4 D), het schot (fig. 5 B), de uitlaatplaat (fig.
5 A) en de branderplaten aan de zijkanten en de achterkant
(fig. 4 E).
Installatie
Het product is zwaar! Zorg dat het product niet kantelt.
•
Zorg dat u bij het plaatsen en installeren hulp hebt.
1. Verwijder de hitteschilden door de twee schroeven (M8x20
mm) aan beide kanten (fig. 3 A) van de verbrandingskamer
los te draaien.
2. Leg het product voorzichtig op zijn achterkant. U kunt de
kartonnen verpakking op de vloer leggen om deze tegen
krassen e.d. te beschermen.
3. Verwijder de schroeven (M8x20 mm) waarmee de twee
zijpoten aan de verbrandingskamer vastzitten. (fig. 6 A).
4. Stel de lengte van de zijpoten af door de bout zoals afgebeeld
in het bovenste pootgat te bevestigen (fig. 7 A).
5. Leg het product voorzichtig op zijn zijkant en stel de
achterpoot op dezelfde manier af als de zijpoten (fig. 8).
6. Draai de pootschroeven (fig. 9 A) in de poten.
7. Monteer het hitteschild (fig. 10 A) aan de onderkant van
de verbrandingskamer. Gebruik hiervoor de bijgeleverde
schroeven en bussen (fig. 10 B)..
8. Zet het product voorzichtig rechtop. Belangrijk! Stel de
pootschroeven iets af om het product waterpas te zetten.
9. Plaats de uitlaatplaat (fig. 5 A), het schot (fig. 5 B),de
branderplaten aan de zijkanten en de achterkant (fig. 4 E),
het luchtkanaal (fig. 4 D) en de blokhouder (fig. 4 C) terug.
10. Plaats het hitteschild terug op de verbrandingskamer. Gebruik
hiervoor dezelfde schroeven (fig. 18 A) als waar het hitteschild
eerder mee vastzat.
11. Draai het bovenste hitteschild aan de achterkant los (fig.
18 B). Draai dit om en schroef het stevig vast met dezelfde
schroeven als waarmee het eerder vastzat.
NEDERLANDS
37