Bedieningselementen
5
Toets Aan/Uit ÿ
1
Om het hele apparaat in en uit te schakelen.
Snel-toets koelruimte Û
2
Dient voor het in- en uitschakelen van het
snelkoelen (zie het hoofdstuk Snelkoelen).
3
Temperatuurinsteltoetsen koelruimte +/-
Met deze toetsen wordt de temperatuur van
de koelruimte ingesteld.
4
Temperatuurindicatie Koelruimte
De cijfers komen overeen met de ingestelde
temperaturen in de koelruimte in °C.
Alarmtoets Ú
5
Om het alarmsignaal uit te schakelen
(zie hoofdstuk „Alarm function").
4
3
2
1
69