0.4 - OPMERKINGEN OVER DE GEFLUOREERDE GASSEN
• Deze airconditioner bevat gefluoreerde gassen.
Raadpleeg het typeplaatje op het apparaat voor specifieke informatie over het
type en de hoeveelheid gas.
• De installatie, assistentie, het onderhoud en de reparatie van het apparaat moeten
worden uitgevoerd door een erkend technicus.
• De demontage en recyclage van het apparaat moeten worden uitgevoerd door
bevoegd technisch personeel.
• Als er een lekzoeker op het systeem is geïnstalleerd, moet u minstens om de 12
maanden op lekkage controleren.
• Als wordt gecontroleerd of geen lekken aanwezig zijn, is het raadzaam om een
gedetailleerd register van alle inspecties bij te houden.
• Controleer de zone rondom de apparatuur, voordat werkzaamheden aan het
apparaat worden verricht, om na te gaan of er geen brand- en/of verbrandingsgevaar
heerst. Tref de volgende maatregelen voor de reparatie van het koelsysteem,
voordat werkzaamheden aan het systeem worden verricht.
1. Vóór en tijdens de werkzaamheden MOET de zone gecontroleerd worden
met een specifieke koudemiddeldetector, zodat de monteur een mogelijk
gevaarlijke atmosfeer kan herkennen. Controleer of de lekdetector geschikt is
voor het gebruik in combinatie met ontvlambare koudemiddelen, geen vonken
veroorzaakt en afgedicht of intrinsiek veilig is.
2. De kalibratie van elektronische lekdetectoren kan vereist zijn. Kalibreer ze,
indien nodig, in en zone waar geen koudemiddel in aanwezig is.
3. Controleer of de detector geen potentiële ontstekingsbron is en geschikt is
voor het gebruikte koudemiddel. De detector moet ingesteld zijn op een LFL-
percentage van het koudemiddel en moet voor het gebruikte koudemiddel zijn
gekalibreerd. Het geschikte gaspercentage (maximaal 25%) moet bevestigd
worden.
3a. De lekdetectievloeistoffen kunnen voor het merendeel van de koudemiddelen
worden gebruikt. Het gebruik van reinigingsmiddelen die chloor bevatten MOET
worden vermeden. Gevaar voor corrosie van de koperen leidingen.
4. Elimineer open vuur als u vermoedt dat er sprake is van een lekkage.
5. Alle ontstekingsbronnen (ook een brandende sigaret) moeten buiten bereik
worden gehouden van de plaats waar alle werkzaamheden worden verricht
waarbij ontvlambaar koudemiddel in de omringende ruimte kan vrijkomen.
6. Controleer of de ruimte voldoende geventileerd is, voordat werkzaamheden
in het systeem worden verricht. Er moet een continue ventilatie worden
gewaarborgd.
7. Controleer altijd vóór elke handeling of:
• de condensors leeg zijn.
Deze handeling moet veilig worden verricht om mogelijke vonkvorming te
vermijden;
NL - 8