Bedienen van het apparaat
In gebruik nemen
Zet de accessoires in de koelkast en steek de stekker in
het stopcontact. Draai de temperatuurregelaar vanuit „0"
rechtsom (zie afb.). Op stand „0" is het apparaat buiten
werking.
In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t. de
instelling.
Temperatuur instellen
De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de
ingestelde temperatuur wordt aangehouden en schakelt
regelmatig het apparaat kortere of langere tijd uit.
Hoe hoger het cijfer waarop u de temperatuurregelaar
draait, hoe intensiever er gekoeld wordt.
In het ijsvakje kan een temperatuur van -2 °C of kouder
worden bereikt, als u de temperatuurregelaar volgens
onderstaande tabel instelt.
omgevingstemperatuur temperatuurregelaar
van 10 °C tot 16 °C
van 16 °C tot 25 °C
van 25 °C tot 32 °C
van 32 °C tot 38 °C
In dit geval wordt de temperatuur in de koelruimte
automatisch +5 °C of kouder.
De standen 5, 6 en 7 zijn geschikt om snel grote
hoeveelheden levensmiddelen te koelen.
De temperatuur in de koelkast is niet alleen afhankelijk
van de instelling van de temperatuurregelaar, maar ook
van de omgevingstemperatuur, vaak openen van de deur,
de hoeveelheid levensmiddelen enz.
Op stand „7", de hoogste stand (bijv. tijdens
een hittegolf) werkt de compressor continu. Dit
heeft geen negatieve invloed op het func-
tioneren van het apparaat.
„1"
„1-2"
„2-3"
„3-4"
Aanwijzingen voor het bewaren
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de
afbeelding:
1. diepvriesproducten bewaren, consumptie-ijs en
ijsblokjes maken
2. gebak, kant-en-klare producten
3. levensmiddelen in schaaltjes
4. open blikjes
5. melk, zuivelproducten
6. vers vlees, vleeswaren, worst enz.
7. fruit, groenten
8. kaas, boter
9. eieren
10. yoghurt, zure room
11. flessen, dranken
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing informeren u
over bewaartijden van diepvriesproducten en verse lev-
ensmiddelen.
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven, omdat
hij afhankelijk is van de versheid en de behandeling van
de levensmiddelen. De bewaartijden zijn daarom slechts
richtlijnen.
Diepvriesproducten kunnen alleen veilig bewaard wor-
den, als ze niet ontdooid zijn voordat ze in het ijsvakje
worden geplaatst.
NL
5