2 Voorschriften
2 Voorschriften
Gevaar!
De ketel bevat keramische vezels. Bij
ondeskundig handelen kan keramisch stof
vrijkomen.
2.1 Voorschriften (België)
De plaatsing, installatie en eerste ingebruikname van de
Vaillant iroVIT ketel mag enkel uitgevoerd worden door
een bekwaam installateur die, onder zijn verantwoorde-
lijkheid de bestaande normen en de
installatievoorschriften naleeft.
De installatie dient uitgevoerd te worden in
overeenstemming met de volgende normen,
voorschriften en richtlijnen:
• Alle bestaande voorschriften van de plaatselijke
watermaatschappij en de Belgaqua voorschriften
• Alle NBN-voorschriften in verband met
drinkwatervoorziening en reglementen waaronder de
NBN E 29 - 804
• de Belgische norm NBN D 51-003 voor brandstoffen
lichter dan lucht
• Alle NBN-voorschriften voor elektro-huishoudelijke
toestellen m.a.w.:
NBN C 73 - 335 - 30,
NBN C 73 - 335 - 35,
NBN 18 - 300,
NBN 92 - 101 etc.
NBN 61-002
• De ARAB-AREI-voorschriften.
6
3 Montage
3.1 Opstellingsplaats van de stookolieketel
3.1.1 Aanwijzingen bij de verwarmingsinstallatie en
bij de opstellingsplaats
– Van de afblaasleiding van de veiligheidsklep moet op
de plaats van installatie en afvoerbuis met
inlooptrechter en sifon naar een geschikte afvoer
(aansluiting aan het waterafvoersysteem) in de
opstellingsruimte geleid worden. De afvoer moet van
boven zichtbaar zijn!
– De in de ketel ingebouwde veiligheidstemperatuurbeg-
renzer dient tegelijkertijd als watergebrekbeveiliging.
– De van storingen afhankelijke uitschakeltemperatuur
van de ketel ligt bij ca. 100 °C. Als er in de verwar-
mingsinstallatie kunststof buizen worden gebruikt, dan
moet op de plaats van installatie een geschikte thermo-
staat aan de verwarmingstoevoer gemonteerd worden.
Dit is vereist om de verwarmingsinstallatie te bescher-
men tegen schade door te hoge temperaturen. De ther-
mostaat kan aan de steekplaats voor de aanlegthermo-
staat van het systeem Pro E elektrisch bedraad worden.
– Bij gebruik van niet-diffusiedichte kunststof buizen in
de verwarmingsinstallatie moet een secundaire
warmtewisselaar geïnstalleerd worden
(systeemscheiding) om corrosie in de
verwarmingsketel te vermijden.
– Bij installatievolumes van meer dan 20 l per kW ver-
warmingsvermogen moeten geschikte hydraulische
veiligheidsschakelingen geïnstalleerd worden.
– Stel de ketel op in een vorstvrije ruimte in de buurt van
de gasafvoerschoorsteen. De toegelaten omgevingstem-
peratuur voor het bedrijf van de ketel ligt tussen + 3 °C
en + 45 °C.
– Bij de keuze van de opstellingsplaats moet rekening
worden gehouden met het gewicht van de ketel
inclusief de waterinhoud volgens de tabel „Technische
gegevens".
3.1.2 Voorschriften voor de opstellingsplaats
Voor de keuze van de opstellingsplaats en voor de
maatregelen van de be- en ontluchtingsinrichtingen van
de opstellingsplaats moet de toestemming van het
bevoegde bouw- en woningtoezicht verkregen worden.
De verbrandingslucht die naar het apparaat wordt geleid
moet technisch vrij zijn van chemische stoffen, die b.v.
fluor, chloor of zwavel bevatten. Sprays, verf, oplos- en
reinigingsmiddelen, en lijm bevatten zulke substanties
die bij gebruik van het apparaat in het ongunstigste
geval tot corrosie, ook in de gasafvoerinstallatie, kunnen
leiden. Een afstand van het apparaat tot constructiede-
len uit brandbaar materiaal resp. met brandbare
bestanddelen is niet vereist, aangezien bij het nominale
verwarmingsvermogen van het apparaat hier een lagere
temperatuur optreedt dan de toegelaten temperatuur
van 85 °C. Bij de opstelling van de ketel op een brand-
bare vloer (b.v. hout, PVC e.d.) moet de ketel; op een
ondergrond uit niet-brandbaar materiaal worden gezet.
Montage 3
iroVIT