2 5
Elektrische installatie, pomp
Controleer of de spanning vermeld op de elektromotor overeen-
komt met de boordspanning.
De minimale draaddoorsnede van de aansluitkabels is 2,5 mm
spanningsverlies tussen accu en pomp mag niet meer dan 10% van
de voedingsspanning bedragen. Pas bij een (12 Volt) installatie met
een totale kabellengte (plus- en minkabel gezamenlijk) van meer
dan 19 m een draaddoorsnede van 4 mm
Sluit de voedingsspanning aan zoals in het aansluitschema is aange-
geven. Zie tekening, pagina 34.
In de pluskabel moet een schakelaar* en een zekering** worden op-
genomen.
*) De schakelaar moet geschikt zijn voor een stroom van 10 A.
**) Zekering: bij 12 Volt 6 A
bij 24 Volt 4 A
Bij langdurig gebruik kan de motor heet worden!
Zorg er voor dat elektrische bedrading e.d. niet in contact komt
met het motorhuis.
3
Gebruik
Ledigen
Naarmate het verontreinigde water zich langer in de tank bevindt zal
het risico van stankoverlast toenemen. Laat een vuilwatertank daar-
om niet onnodig lang gevuld, maar pomp de tank één keer per week,
of telkens als het mogelijk is, weer leeg of laat deze leegpompen.
Het leegpompen van de tank kan op twee manieren geschieden:
1. Op de dekdop wordt een, op de wal staand, zogenaamd 'pump-
out' systeem aangesloten. Deze zuigt de tank leeg.
2. Met de op de tank aanwezige pomp kan het afvalwater direct
overboord worden weggepompt, mits dit wettelijk toegestaan is.
De pomp heeft een doorlaat van ø 38 mm.
Het direct overboord pompen van vuilwater is op veel
plaatsen abosluut niet toegestaan!
Indien de tank wordt leeggepompt door een pomp met een hoge
capaciteit bestaat het gevaar dat de tank door de onderdruk die
ontstaat inklapt. Dit probleem treedt in het bijzonder op bij de z.g.
'pump-out systemen' . Om dit 'inklappen' te voorkomen kan een van
de volgende maatregelen worden genomen:
- Open het inspectiedeksel op de tank.
- Open een speciaal voor dit doel op de tank geïnstalleerde afsluiter.
- Installeer een vacuüm bediende beluchtingsklep VRF56A.
- Installeer een ventilatieleiding van ø 38 mm.
6
110115.05
2
toe.
W
aarschuWing
L
!
et op
2 6
Elektrische installatie, niveausensor en
niveaumeter
De reeds gemonteerde ultrasone tankniveausensor meet contact-
loos het vloeistofniveau. De sensor kan worden toegepast in com-
2
. Het
binatie met een Vetus niveaumeter of met het controlepaneel voor
vuilwater (WWCP) (behoort niet tot de leveringsomvang).
Als de spanning is ingeschakeld zal de LED bovenop de sensor al-
tijd groen knipperen!
Sluit de sensor aan op de tankniveaumeter zoals in de schema's is
aangegeven, zie pagina. 35.
De sensor is gekalibreerd voor de inwendige hoogte van de tank.
Sluit de gele draad (Cal) niet aan, maar isoleer deze af.
2 7
Storing zoeken, niveausensor
Probleem:
De LED aan de bovenzijde van de sensor knippert niet of soms groen.
Oorzaak:
De voedingsspanning is te laag. Laadt de accu op.
De sensor is aan de onderzijde
vervuild.
Na het leegpompen van de tank:
Spoel de tank met schoon water door, zodat alle afvoerslangen ge-
vuld zijn met schoon water. Schakel hierna de pomp in om het spoel-
water weg te pompen; vuilresten in pomp en slangen worden nu ook
weggespoeld.
Indien toch verontreinigingen in de kleppen van de pomp zijn ach-
tergebleven leidt dit tot een verminderde pompcapaciteit.
Indien de installatie langdurig niet gebruikt wordt dient toch regel-
matig de pomp in werking te worden gesteld. Een correct functione-
ren van de kleppen wordt hierdoor gewaarborgd.
Tijdens uw afwezigheid
Spoel het toilet enkele malen door zodat de slang tussen toilet en
tank gevuld is met schoon water, om stankoverlast tijdens afwezig-
heid te voorkomen.
Reinig en ontsmet de tank en de leidingen tenminste eenmaal per
jaar bij voorkeur aan het einde van het vaarseizoen.
Reinigen
Grijswatertank
Reinig de binnenzijde van de tank met water en een goed ontvet-
tend huishoudreinigingsmiddel; gebruik bij een vaste tank een bor-
stel of een spons. Spoel de tank met schoon leidingwater.
Zwartwatertank
Reinig de binnenzijde van de tank met water en een goed toilet-
reinigingsmiddel, pas schoonmaakazijn toe indien er kalkaanslag
aanwezig is; gebruik bij een vaste tank een borstel of een spons.
Spoel de tank met schoon leidingwater.
Oplossing:
Reinig de sensor met een voch-
tige doek of borstel.
Waste water tank system